286 28 NOVEMBER 1955 willen worden opgenomen. Wij willen dus gaarne de bijzondere aandacht van Uw college voor die problemen vragen. h Een woord van lof willen wij U brengen voor de bouw van het pavil- tc joen voor bejaarden. Wij hopen dat over de stad verspreid meer van gi dergelijke paviljoens zullen volgen. Met Uw antwoord betrekking hebbende op het industrialisatieprobleem k en annexe vraagstukken, dat meer contact zal worden gezocht met het tc E.T.I., kunnen wij geheel instemmen. Immers dit instituut beschikt in tc haar archief over de nodige gegevens en over het apparaat om deze gegevens te verwerken en daaruit adviezen te verschaffen. Nu het u: Crogten-plan in uitvoering is en hopelijk ook de eerste industriehal tc spoedig zal worden gebouwd, zal aan de eerste eis van het scheppen b van gunstige voorwaarden voor industrie-vestiging, nl. het ter beschik- vi king hebben van industrieterrein, zijn voldaan. Uit de beraadslaging h welke Uw college terzake had met het seniorenconvent putten wij het b vertrouwen dat Uw college in deze diligent is. Het is bovendien een v, gelukkige omstandigheid dat de grote vrees van nog enkele jaren ge- d leden voor een al te groot aanbod van krachten, heeft kunnen plaats ti maken voor de zekerheid van een tekort aan arbeidskrachten. Dit tekort v: doet zich gevoelen bij alle soorten van arbeidskrachten, maar het geeft duidelijk aan dat het aantrekken van nieuwe industrieën grote prudentie V; vereist. Breda zal niet zozeer zijn gebaat door de vestiging van nieuwe ti industrieën die voornamelijk vrouwelijke krachten of jeugdige werk- ]c krachten van node hebben, dan wel door de vestiging van nieuwe en uitbreiding van bestaande industrieën die behoefte hebben aan ge- h schoolde arbeiders. g In dit verband is het verheugend te kunnen memoreren dat de Raad C1 een urgentieverklaring heeft afgegeven voor het stichten van een U.T.S. en dat ook de Rijksoverheid deze urgentie heeft erkend. Ongetwijfeld v zal Uw college alle medewerking verlenen om te komen tot een spoedig q totstandkomen dezer school. d De begroting, welke wij thans gaan behandelen, is dus niet sluitend. Uw college verwacht dat de subjectieve uitkeringen voor de jaren 1953 0 t/m 1955 sluitende begrotingen over genoemde jaren zullen geven. Met v, betrekking tot de toekomst kunt U slechts mededelen dat nog vele in- g vesteringen nodig zullen zijn wil men komen tot een behoorlijk verzor- j-, gingsniveau. Zou het Uw college echter niet mogelijk zijn, althans in h jaren, een grens te stellen aan de te verwachten tekorten? Al kan Uw v, college inderdaad niet een overzicht van alle plannen geven, het lijkt e, ons toch „raad"zaam dat wij enig idee krijgen van de tijd waarop een d normale, sluitende begroting verwacht mag worden. v Mijnheer de Voorzitter, in het Centraal Rapport worden enige vragen gesteld over de afgelopen zomerfeesten, waarop door het college is ge- tc antwoord. Het heeft ons gefrappeerd dat gevraagd werd naar de taak vervulling van de Directeur van de Vereniging voor Vreemdelingen verkeer. Uw opmerking dat het hier betreft een zaak welke in eerste instantie ter beoordeling ligt bij het Bestuur van de V.V.V. heeft onze algehele instemming. Wij achten een dergelijke vraag dan ook te ver zi gaan. Dat Uw college niettemin hierop antwoordde, is wellicht een be- v wijs dat U inderdaad bereid bent zeer ver te gaan bij het geven van ei gevraagde inlichtingen. Reeds jaren is er namens onze fractie bij U op aangedrongen te willen b bevorderen dat zo spoedig mogelijk voor de ingezetenen van Breda een d eind wordt gemaakt aan het verschil der waterleiding-tarieven van het v; Gemeentelijk bedrijf en van de West-Brabantse Waterleiding. Het is v teleurstellend dat zelfs geen verwachting is uitgesproken omtrent een h spoedige nivellering der tarieven. Bij de verdere behandeling der be- tc groting zal mijn fractie hieromtrent verdere opmerkingen doen horen. ji

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1955 | | pagina 286