28 NOVEMBER 1955
287
Met belangstelling, Mijnheer de Voorzitter, zien wij het voorstel tot
herziening van de regeling betreffende de werkzaamheden van een aan
tal commissies tegemoet. De bij onze Fractie te dien aanzien levende
gedachten zullen dan t.z.t. te Uwer kennis kunnen worden gebracht.
Met dezelfde belangstelling wachten wij Uw voorstellen af met betrek
king tot het stichten van een recreatieoord en wij vermeten ons de vraag
te stellen of zich reeds plannen hebben geconcretiseerd met betrekking
tot Wolfslaer!
Een bijzonder woord van instemming willen wij betuigen met Uw
uiteenzetting in Uw antwoord op het Centraal Rapport met betrekking
tot de culturele aangelegenheden en daarbij als onze mening naar voren
brengen dat thans de bouw van woningen meer urgent is dan de bouw
voor representatieve en culturele doeleinden. Het bereikbaar maken van
hetgeen geboden wordt op cultureel terrein voor brede lagen van de
bevolking en het scheppen van materiële accomodatie zal o.i. zeker be
vorderd worden indien in verschillende delen der gemeente daartoe over
de nodige ruimten kan worden beschikt en indien het particulier initia
tief dat zulks nastreeft van Uw college daarvoor steun zal onder
vinden.
Uitgaande van de goede ervaring welke wij hebben omtrent de acti
viteiten van Uw college op het culturele gebied, wachten wij met ver
trouwen de plannen af welke U in de toekomst aan de Raad zult voor
leggen.
De groei van onze gemeente, Mijnheer de Voorzitter, zal spoedig in
het gehele land de aandacht trekken, nl. wanneer kan worden bekend
gemaakt, dat Breda zijn 100.000ste inwoner heeft gekregen. Wanneer
deze promotie tot een der grotere steden des lands, tevens zou kunnen
betekenen dat Breda een gemeente der le klasse zal worden, dan zal
voor velen in onze stad deze promotie een aangenaam gevolg hebben.
Ongetwijfeld zal Uw college trachten althans dat verwachten wij
dat dit bereikt zal worden.
Goeder gewoonte wil ik tenslotte nog een enkele opmerking maken
over de samenwerking in de Raad. Geconstateerd mag worden dat het
verschil van uitgangspunt der verschillende groeperingen nimmer heeft
geleid tot een benadeling van de Gemeentebelangen. Alle partijen heb
ben het hunne bijgedragen tot het handhaven van een goede verstand
houding in de Raad. Daar waar levensbeschouwelijke inzichten de basis
vormden voor het bepalen van de standpunten, daar bleek een grote
eensgezindheid tussen de katholieke groeperingen onderling en tussen
deze fracties en de Protestants-christelijke Fractie. Dat wij zulks met
voldoening constateren zal geen bevreemding wekken.
Wij zijn en blijven van oordeel dat ook in de Gemeenteraad de chris
telijke levensbeschouwing de basis moet zijn, waarop de politiek stoelt.
Ik heb gezegd.
De heer VERMEULEN zegt:
Voor het eerst voor een nieuwe taak gesteld worden, Mijnheer de Voor
zitter, veroorzaakt vanzelf bij diegene die dit overkomt de neiging, al
vorens aan de nieuwe taak te beginnen, zich te bezinnen op de betekenis
en op de inhoud van deze taak.
Mij is het niet anders vergaan, Mijnheer de Voorzitter, bij mijn voor
bereidingen voor deze Algemene Beschouwingen. Als vanzelf kwam ik
daarbij te staan voor de beantwoording van de vraag: welke is de functie
van de Algemene Beschouwing bij de begrotingsbehandeling? En even
waar is, Mijnheer de Voorzitter, dat men zelf voor de verantwoordelijk
heid gesteld, meestal er toe komt aan de dingen andere betekenissen
te gaan toekennen dan men voordien deed of de zaken in een meer
juist onderling verband gaat zien.