28 NOVEMBER 1955
289
dan ontstaat er een geneigdheid, vooral als niet is uitgesloten dat men
door deze gedragslijn blijvende hogere uitkeringen kan verkrijgen, deze
tekorten maar op te voeren tot een zo hoog mogelijk niveau.
U moet mij goed verstaan, Mijnheer de Voorzitter, ik zeg niet dat U
dit doet, ik waarschuw alleen voor bestaande volkomen menselijke nei
gingen. Het gevaar wordt nog groter als men geen financieringsplan
heeft over meerdere jaren uitgestrekt en als men geen pogingen aan
wendt om althans in de grote lijnen vast te stellen op welk geldniveau
men een verantwoord verzorgingspeil denkt te hebben bereikt.
Uw antwoord in het Centraal Rapport dit punt betreffende kan mij
dan ook niet bevredigen. Dit is een teveel „laissez faire laissez pas
ser"; er zit te weinig grote lijn in, Mijnheer de Voorzitter. Ik zal zeer
zeker de laatste zijn die niet zou willen begrijpen dat de onderhavige
materie een moeilijke is, maar ik begrijp evenzo, dat als wij geleidelijk
aan onze begrotingsuitgaven zouden opvoeren in de verwachting, mis
schien op zich genomen van ons standpunt uit gezien redelijk, dat het
daardoor groeiende tekort aan dekkingsmiddelen te enigertijd zal wor
den gedekt door de centrale overheid dat dan het einde de lasten wel
eens zou kunnen dragen. Teruggaan in uitgaven, Mijnheer de Voorzitter,
is altijd een veel moeilijker zaak dan vooruitgaan.
Als ik dan in dit verband suggesties zou willen doen dan is het niet
omdat ik eraan twijfel dat Uw College niet zelf in staat zou zijn, meer
dan thans in dit opzicht aan de Raad bekend is, plannen te maken
over langere termijn.
Ik doe deze suggesties dan ook alleen om Uw College en de andere
fractie-voorzitters in staat te stellen daarover hun zienswijze kenbaar
te maken. Momenteel is de situatie zo, dat de Raad doordat zij te weinig
weet welke lasten in welke orde van grootte in de toekomst nog onver
mijdelijk op onze begroting zullen gaan drukken, niet in staat is bij het
voteren van uitgaven daarmede te rekenen. Hierdoor ontstaat het gevaar
dat uitgaven voor op zich genomen mogelijk hoogst nuttige activiteiten
gemakkelijker worden gevoteerd dan met deze voorkennis het geval zou
zijn geweest. De mogelijkheid tot een verantwoord tegenover elkaar af
wegen van belangrijkheid van de verschillende uitgaven ontbreekt om
dat de gegevens daarvoor niet beschikbaar zijn.
Ik zou daarom aan Uw College willen verzoeken aan de Raad binnen
afzienbare tijd te willen voorleggen een financiële prognose over langere
termijn. In deze prognose rekening te houden met de toekomstige ont
vangsten op basis van de laatstbekende regelingen.
Daarbij aan te geven welke mogelijkheden (orde van grootte) nog ge
legen zijn in heffing van plaatselijke belastingen.
In de uitgaven op te nemen datgene, dat de lasten op de gewone
dienst zal verzwaren als gevolg van bekende en gedachte investeringen
binnen die periode en voorzover deze kosten niet door de bedrijven
worden terugvergoed.
Overigens rekening houdende met een stijging van die uitgaven welke
gekoppeld zijn aan inwonertal of op andere wijze variabel zijn. Deze
nota te doen vergezeld gaan van een toelichting van Uw College waarin
U Uw gedragslijn met betrekking tot Uw financieel beleid nader uit
eenzet.
Ik ben ook voldoende realist om te beseffen dat prognoses de moge
lijkheid van onnauwkeurigheid insluiten. Desondanks acht ik het de
moeite waard te pogen te komen tot een vaststellen van een verant
woorde gedragslijn en tot het verkrijgen van een „tooi of management"
bij het voteren van credieten.
Aansluitend op het voorafgaande zou er onzerzijds prijs op worden