28 19 JANUARI 1955 Wethouder STUBENROUCH merkt op, dat het wel de bedoeling is, dat op dit punt B. en W. beslissen. De heer VERMEULEN vraagt hoe dit technisch uitvoerbaar is. B. en W. zullen de raad toch crediet moeten vragen. De VOORZITTER antwoordt, dat de eredieten inderdaad zullen wor den aangevraagd. De raad heeft dus altijd nog een financiële controle. De heer RATTINK vraagt of deze figuur zich kan voordoen zonder dat crediet beschikbaar is. Wethouder STUBENROUCH wijst op het begeleidend schrijven bij de ontwerp-verordening. Men moet van elkaar scheiden de stichting van scholen en de subsidiëring van bestaande scholen. Het eerste heeft in de verordening een tijdelijk karakter; daarom zijn ook de volgnummers van enige artikelen nog gewijzigd. Bij de behandeling der begroting 1955 is een bedrag van f 9400,opgenomen voor in 1955 op te richten scho len. Er kan dus overgegaan worden tot de stichting van twee scholen. Voor andere scholen wordt dus alsnog een nieuw crediet aangevraagd. Zonder verdere bespreking besluit de raad overeenkomstig het voorstel en het schrijven met inachtneming van de door wethouder Jongbloed voorgestelde wijziging, welke inhoudt, dat in art. 24 het woord „maximum" wordt vervangen door „maxi maal". Hierna gaat de raad gvëpdn besloten zitting. De Voorzitter, De Secretaris-,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1955 | | pagina 28