290
28 NOVEMBER 1955
gesteld, indien verdere voortgang werd gemaakt met de efficiëncy on
derzoekingen met betrekking tot de diensten en bedrijven.
Reeds in 1950 werd hierop van de zijde van de Raad aangedrongen,
eigenlijk met tot dusver nog geen aan de Raad bekend resultaat. Willen
wij enerzijds een middel in de hand hebben waarmede het mogelijk is
iedere individuele uitgave te bekijken tegen de achtergrond van het to
taal en daardoor aan hem dus een bepaalde rangorde van belangrijkheid
kunnen toekennen, anderzijds willen wij een middel in de hand hebben
om de nuttige besteding van de gevoteerde credieten mede te kunnen
bewaken.
De efficiëncy onderzoekingen vormen daartoe een mogelijkheid, zij
het van een incidenteel karakter. Daarnaast zouden wij prijsstellen op
meer en andere gegevens van diensten en bedrijven, ook tussentijds,
waardoor men een juister inzicht kan verkrijgen en houden op de gang
van zaken in de grote lijnen.
Als voorbeeld zou ik hier willen verwijzen naar de wijze waarop deze
tussentijdse berichtgeving tot stand komt in grotere bedrijven en con
cerns, niet ter getrouwe nabootsing maar wel als aanduiding dat er iets
in dit opzicht mogelijk is.
Onze bedrijven en diensten welke werken ten algemene nutte moeten
efficiënt geleid worden en gebruik maken van moderne hulpmiddelen
en methoden. Als het nodig is, dat daarvoor credieten gevoteerd worden,
dan kunt U op medewerking mijnerzijds rekenen, mits het belang vol
doende groot is in verhouding tot de gevraagde uitgaven.
Als het noodzakelijk is voor het verkrijgen van goede krachten voor
de diensten en bedrijven meer te betalen, dan zullen wij bereid zijn
daaraan onze medewerking te verlenen, mits deze hogere uitgaven in
een gunstige verhouding staan tot het daardoor te verwachten nut. Wij
zouden daaraan echter voor Uw College de vraag willen verbinden
of de Sociale Dienst van de gemeente werkt op de wijze zoals dit in
het particuliere bedrijfsleven het geval is.
Vinden promoties plaats op titel van kwaliteiten en beschikbare func
ties of vinden deze ook zonder meer plaats op titel van anciënniteit
zonder dat rekening wordt gehouden met de functionele betekenis van
de betrokkene. Bestaat er een discrepantie tussen titels en functies door
dat de beloning aan de titel is gekoppeld en niet aan de functie. Past
men functie-analyse toe ter verheldering van het inzicht in de aanwezige
hoeveelheid werk.
Mijnheer de Voorzitter, al hetgeen hier vooraf is gegaan houdt ver
band met het voteren van credieten en de doeltreffende besteding daar
van. Het houdt verband met de in het Centraal Rapport tot uitdrukking
gebrachte onbevredigdheid met betrekking tot het ontbreken van een
investeringsplan. Het is hier niet de plaats en de tijd om te praten
over details. U weet, ik ben zelf door mijn vraagstelling tot deze con
clusie gekomen. U bent bezig, heeft U gezegd in Uw Centraal Rapport
het hele commissoriale werk te bezien en U is van plan binnen afzien
bare tijd daarover met voorstellen bij de Raad te komen. Mag ik daarbij,
ook al is het voorstel niet in eerste instantie door mij geformuleerd, een
financiële commissie in Uw belangstelling aanbevelen.
Ik meen al een zodanige taakstelling voor deze commissie te hebben
geformuleerd, dat deze voorlopig wel reden van bestaan zou hebben.
Uiteraard zou deze commissie zich niet dienen bezig te houden met de
uitvoering van alle aangestipte activiteiten. Zij zou echter nuttig werk
kunnen doen bij de voorbereiding van een en ander en mogelijk Uw
College daarbij van advies kunnen dienen. Welk karakter U aan deze
commissie zou wensen te geven laat ik aan Uw inzichten over. Onder
de bestaande omstandigheden lijkt mij een commissie ad hoe nog de
meest geëigende status.