302 28 NOVEMBER 1955 opsomming van opgemaakte processen verbaal lees ik er geen enkel over het feit van het parkeren van auto's op de trottoirs. Blijkbaar mag k' dat, want dagelijks zie ik auto's geparkeerd staan op de voetpaden, hetzij V: voor laden en lossen, hetzij als vaste standplaats voor de woning van a! de autoeigenaar en dan nog liefst dwars op de verkeersrichting, zodat n: het gehele verkeer is afgesloten, soms dagen lang achtereen. A En nu zullen de autobezitters ook uit de gemeenteraad zeggen, C1 dat door het parkeren op het trottoir, hetzij geheel, hetzij voor de helft, het verkeer op de rijweg wordt vergemakkelijkt. Ik geloof dit gaarne, maar het gaat ten koste van de veiligheid van de voetgangers. Als dan de avondlantaarns zijn gedoofd en de auto's des nachts onverlicht op w het trottoir of zelfs op de rijweg zijn geparkeerd, wordt het gevaar nog U groter. IV Verleden jaar heb ik reeds nadrukkelijk op dit euvel gewezen, doch h verbetering is er niet gekomen, integendeel het kwaad is erger gewor- sc den en geschiedt steeds door dezelfde personen. b In het Heuvelkwartier is een prachtparkeerplaats op het Dr. Struycken- ir plein voor, naar mijn schatting 400 auto's. Het grootste aantal, n: dat ik er ooit heb zien staan is 25, doch de vrij smalle straten, die op dit hi plein of naaste omgeving uitkomen, zijn alle gevuld met geparkeerde d; auto's. Is het nu werkelijk zoveel moeite voor de bestuurder om die 100 n a 200 m. te lopen van de parkeerplaats naar zijn woning en daardoor het verkeer te vergemakkelijken. Als het aan mij lag werden al deze sc straten verboden om te parkeren. Wat elders kan, moet in Breda ook e< kunnen en de verkeersveiligheid, waarover in deze tijd, zoveel wordt gedaan, is er mede gediend. Waarom ik zo lang en telkens weer over deze aangelegenheid spreek, w vindt z'n oorzaak in het feit, dat ik op de openbare weg zijnde ri voortdurend verkeersovertredingen zie, die beslist ook door opsporings- m ambtenaren worden gezien, doch die er niet tegen optreden. Z Gaarne zag ik, dat opdracht werd verstrekt om strenger tegen deze g< overtreders op te treden. Zo nodig wil ik de plaatsen aangeven waar ei zijn worden begaan en door welke personen ze worden bedreven. ni st Een ander punt, waaraan wel aandacht wordt geschonken, maar tot n< heden niet tot andere resultaten heeft geleid, is mijn jaarlijks terug- ve kerende vraag omtrent een gelijk tarief voor waterverbruik voor alle lu bewoners van Breda. De ene keer zijn de onderhandelingen met de N.W. Brabantse Water- y leiding Maatschappij gaande, dan weer, dat reeds vanaf 1927 getracht is wijzigingen in de concessie gedaan te krijgen, zonder resultaat en nu wordt evenals trouwens in 1954 medegedeeld, dat de voorkeur gegeven wordt aan het afwachten van de wettelijke regeling inzake de waterleiding bedrijven. De indiening van dit wetsontwerp bij de Staten- y Generaal zou binnen enkele weken te verwachten zijn. (jf Zelfs al zou dit laatste inderdaad geschieden, dan zal er nog geruime }1( tijd verlopen eer een wettelijke regeling tot stand is gekomen en dan nog, wat zal deze regeling in de toestand te Breda kunnen veranderen. de Het geduld der bewoners van Breda in het concessiegebied der N.W. d{ Brabantse Waterleiding Maatschappij wordt wel erg lang op de proef G gesteld. Te lang heeft men reeds 2 x, zelfs 3 x zoveel moeten betalen ve voor waterverbruik dan in andere delen der stad, zodat het op korte he termijn nu noodzakelijk is de watertarieven voor alle bewoners van Breda he gelijk te maken. St Ik dring er dan ook nogmaals bij het college van Burgemeester en de Wethouders op aan om spoedig met voorstellen bij de raad te komen, II die verandering in deze ongewenste toestand brengen. bi

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1955 | | pagina 302