312 28 NOVEMBER 1955 dat andere aannemers van gunning worden uitgesloten. Ik kom zelf uit een architektenfamilie en weet niet beter, of het berekenen van een be stek duurt even lang, of men materiaal heeft liggen of niet. Een voor deel van het door meer aannemers doen inschrijven is ook nog dat scherper gerekend zal worden en dat ook de schijn van bevoorrechting van deze of gene wordt vermeden. Als ik een enkel woord mag wijden aan de Weekendfeesten Mijnheer de Voorzitter, dan mag ik veronderstellen, dat mijn standpunt bekend is. Mij persoonlijk verwondert het dan ook niet, dat velen van de be volking zich afzijdig hebben gehouden. Juist in de mooiste tijd van het jaar het Valkenberg wekelijks voor enige dagen af te sluiten voor het publiek, beschouw ik zeer zeker niet als behorende tot de taak der ge- meent, vooral ook daarom niet, waar de financieel minst draagkrachtigen aan die feesten niets hebben. Trouwens dat die parkweekendfeesten zo veel vreemdelingen trekken, waag ik alsnog ernstig te betwijfelen. Mijnheer de Voorzitter ik ben van oordeel, dat de belangen van de directeur V.V.V. Breda niet voor het grootste gedeelte buiten de stad moeten liggen. Zijn werk ligt hier, waar ieder jaar een behoorlijke sub sidie aan de V.V.V. wordt verleend. Uit hoofde van dit laatste Mijnheer de Voorzitter geloof ik dat met recht hierop geattendeerd kan worden bij het bestuur van V.V.V. Breda. Bijzonder prettig vind ik het, dat de sportbeoefeningsmogelijkheid door de betrokken wethouder zo zeer bevorderd wordt, door uitbreiding en verbetering van de sportvelden. Met belangstelling zie ik dan ook de nieuwe voorstellen om ook op dit gebied tot een bevredigende situatie te komen, tegemoet. Mijnheer de Voorzitter, hoezeer ik het ook op prijs stel, dat naar een oplossing van de havenkwestie wordt gestreefd, toch zou ik gaarne die oplossing zelve willen zien, die toch mijn inziens niet zo moeilijk te bereiken is. Mijnheer de Voorzitter zoals het nu gaat wordt jaar op jaar de oplosing van deze kwestie uitgesteld en aan andere plannen, b.v. doorbraak Singelstraat de voorkeur gegeven, wat momenteel toch niet urgent genoemd kan worden. Meermalen gaven raadsleden uitdruk king aan de wens de havenkwestie af te werken. Ten aanzien van het personeelsbeleid zou ik het zeer op prijs stellen, indien de eisen voor openvallende hogere functies niet steeds gekop peld worden aan juridische opleiding, waardoor zeer goede ambtenaren vanuit de middenmoot niet de minste kans meer hebben op het bereiken van een hogere rang. Vreemd doet dan ook een oproep voor het wo ningnoodbureau aan, als men ziet dat juridische kennis wordt vereist, terwijl er reeds een jurist werkzaam is. Ik vertrouw dat tegen cumulatie door ambtenaren, waar nodig gewaakt zal worden. Er zijn nog steeds huisvaders, die aan een nevenbetrekking van een ander een levenspositie zouden hebben. Betreffende de rioolwaterkwestie zou ik het helemaal niet gek vinden, indien Burgemeester en Wethouders in overweging zouden willen nemen de raad door een deskundige op gebied van waterzuivering te laten voorlichten. Jammer lijkt het mij wel, dat naar mijn mening in onze stad juist in omgekeerde volgorde is gewerkt door eerst de riolering te leggen en daarna pas begonnen wordt met rioolwaterzuivering- en water afvoerinstallaties. Het heeft veel weg van een huis bouwen en na de w.c. geplaatst te hebben te beginnen met aanleg van beerput of aan sluiting op afvoer. Al met al zal deze regeling van de rioolwaterkwestie, naar het zich laat aanzien toch altijd nog een slordige vier jaren in be slag nemen volgens deskundigen. Nog steeds, Mijnheer de Voorzitter wordt de raad niet uitgenodigd bij de meeste zeer officiële gelegenheden. Het moge waar zijn, dat de uitnodigingen van de Burgemeester uitgaan, het voteren van receptie-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1955 | | pagina 312