29 NOVEMBER 1955 323
voerd. Formeel zullen deze tarieven inderdaad moeten worden verlaagd;
andere factoren geven echter aanleiding tot een overeenkomstige tariefs
verhoging.
De heer Sondermeijer heeft voorts gevraagd voortgang te maken met
de omschakeling van gas- op electrische straatverlichting. Hier speelt
vooral personeelsgebrek bij het electriciteitsbedrijf een rol.
Het niet medenemen van diverse voorwerpen door de vuilophaaldienst
klopt met de instructies aan het betrokken personeel. Het is overigens
zo moeilijk een grens te stellen.
Een proef tot het plaatsen van vuilnisemmers op de markt is in de
Vijverstraat volledig mislukt. Maatregelen zullen worden genomen tegen
kooplieden, die vuil op de markt achterlaten; zij zullen van de markt
moeten worden verwijderd. Er moeten n.l. krasse maatregelen worden
genomen.
Met de opmerking inzake de bekendmaking van de ontheffing der
winkelsluiting op 11 nov. heeft de heer Sondermeijer wel enigszins gelijk.
Men moet er echter rekening mede houden, dat verschillende instanties
over een dergelijke ontheffing moeten worden gehoord. Getracht zal
worden grote vertragingen in de toekomst te voorkomen.
De heer Minderhoud heeft gevraagd of de subjectieve verhoging der
algemene uitkering uit het gemeentefonds wel zal worden toegekend. Ik
kan U mededelen, dat dit voor 1955 vrijwel vaststaat; voor het overige
zal de raad nog wel een besluit moeten nemen, hetwelk voor de toe
kenning der verhoging als eis wordt gesteld.
Het verlangen om gasgeysers te doen aanbrengen in iedere nieuwe
woning is door velen geuit, doch het behoort ook tot de vrijheid van
de mens hierover zelf te beslissen. Deze apparaten moeten niet worden
opgedrongen.
De vragen die gesteld zijn over de z.g. „kermissynchronisatie" vloeien
vanzelfsprekend voort uit ontijdige publicaties van de pers. Hiermede
is weer bewezen, dat men voorzichtig moet zijn bij het overleg met
belanghebbenden. De gepleegde indiscretie kan niet aan Burgemeester
en Wethouders verweten worden.
Wethouder ROMSOM zegt het volgende:
De heer Bastiaansen heeft gevraagd of, nu de gemeente binnenkort
de 100.000ste inwoner zal hebben, dit een reden is de gemeente te
doen rangschikken in de 1ste klas. Ik moet hierop mededelen, dat het
hebben van 100.000 inwoners niet van doorslaggevende betekenis is
voor het rangschikken der gemeente in de 1ste klasse. Wel kan ik mede
delen, dat deze aangelegenheid de aandacht blijft hebben van het col
lege van Burgemeester en Wethouders. Het is nog maar van zeer re
cente datum dat in deze nog overleg heeft plaats gehad met Z.E. Minis
ter van Binnenlandse Zaken. Jammer genoeg heeft ook dit overleg geen
resultaat gehad.
De heer Vermeulen heeft de vraag gesteld of de promoties van het
gemeentepersoneel plaats vinden op titel van kwaliteiten en beschikbare
functies, of dat deze zonder meer plaats vinden op titel van anciënniteit,
zonder dat rekening wordt gehouden met de betekenis der werkzaam
heden. Bestaat er een discrepantie tussen titel en functie doordat de be
loning aan de titel is gekoppeld en niet aan de functie? Past men functie
analyse toe ter verheldering van het inzicht in de aanwezige hoveelheid
werk? Hierop kan het volgende antwoord worden gegeven.
Met de heer Vermeulen achten Burgemeester en Wethouders het nood
zakelijk, dat het personeel van de gemeente bekwaam is en geschikt voor
zijn taak. Uit contacten met de hoofden van dienst blijkt ons duidelijk,