326
29 NOVEMBER 1955
baar is, is uiteraard beperkt. Er zijn nog andere groepen, die graag
van het bad gebruikmaken. Er is hier overigens sprake van een complex
van problemen: er zijn nag te weinig gymnastiekzalen en veel te weinig
sportterreinen, speciaal op het gebied der schoolsporten. Waarschijnlijk
zal door een nuttiger besteding van het Sportfondsenbad binnenkort
wat meer ruimte ontstaan.
De heer Toxopeus heeft gesproken over de verkeersopvoeding van de
jeugd. Het verkeerscentrum is nu nagenoeg gereed. Bovendien wordt aan
de schoolbesturen met toepassing van art. 72 der L.O.-wet de nodige
medewerking verleend voor het verkeersonderwijs.
De heer Toxopeus heeft bekwaamheid bij benoemingen als voornaam
ste eis gesteld; hij meent, dat een enkele maal ook confessionele motieven
mogen gelden. Ik kan deze opvattingen onderschrijven. Ik meen, dat
de tot op heden gevolgde weg bewandeld kan blijven. Het is niet mo
gelijk in alle bladen oproepingen te plaatsen. Men zou door het bos
niet het ene boompje vinden dat men zocht.
Op de opmerkingen van de heer Toxopeus inzake het preadvies met
betrekking tot het revalidatiecentrum zou ik willen antwoorden hoe
ook het preadvies is geweest in de discussies is duidelijk gesteld
waarover het ging. Aan het einde der discussies werd door mij uit
drukkelijk gesteld, dat men nog verschillende kanten uit kan. Het tegen
stemmen van de heer Toxopeus kan niet hebben gelegen aan de zakelijke
motieven van het preadvies, doch moet op andere argumenten gegrond
zijn geweest.
Met betrekking tot het cultureel centrum heeft de heer Toxopeus de
vrees geuit voor een valse start. Hij adviseert: „reculer pour mieux sau-
ter". De sprong met het cultureel centrum is echter zeer bewust gemaakt.
Juist op het stuk van de culturele voorzieningen moeten overheid en
particulier initiatief samengaan. De ontwikkeling dient te worden afge
wacht. Ik geloof en ben er van overtuigd, dat de start met het cultureel
centrum geen valse is geweest.
Verder gaande op wat de heren Bastiaansen en Toxopeus hebben ge
zegd inzake gebouwen voor culturele en representatieve doeleinden in
de verschillende stadswijken ben ik het eens met de opvatting, dat de
woningbouw primair gesteld moet worden. Dit neemt niet weg, dat
zodra mogelijk op de ingeslagen weg moet worden doorgegaan, omdat
Breda niet alleen een stad moet zijn om in te wonen, doch ook een om
in te leven.
De opmerkingen van de heer Toxopeus inzake de zomerfeesten het
per wijk verspreiden daarvan en het inschakelen van de jeugd zal
ik gaarne ter harte nemen.
Naar aanleiding van het gezegde van de heer Klompers merkt spreker
op, dat het mogelijk is een „short-consumption" te gebruiken. Intussen
hebben de zwemlustigen in het afgelopen seizoen een gepaste discipline
ten toon gespreid, welke vertrouwen biedt voor de toekomstige ontwik
keling van dit vraagstuk.
Ten aanzien van de vragen inzake een ontwerp van een sportstadion
moet ik mededelen, dat van concrete plannen niets bekend is. Wel leeft
de gedachte aan een stadion.
Met betrekking tot het recreatieoord zullen binnenkort de nodige ge
gevens verstrekt kunnen worden.
Voor het jeugdwerk was een wetenschappelijk fond nodig hetwelk zal
worden verkregen door het rapport van het Mgr. Hoogveldinstituut. De
heer Toxopeus heeft gevraagd hoe ver deze zaak staat. Ik moet U zeg
gen dat hierbij niet over één-nacht ijs wordt gegaan. De samenstelling
der Bredase bevolking is niet te vergelijken met die van de gemiddelde
Nederlandse stad. Ik ben het met de heer Toxopeus eens, dat niet in
het wilde weg kan worden gesubsidieerd: er moet worden gezocht naar