29 NOVEMBER 1955
345
dat men er niet toe over gaat en zelfs zijn er wijken waarin het on
mogelijk is.
Ik blijf daarom aandringen op meer badhuizen en verzoek Burgemees
ter en Wethouders een onderzoek te doen instellen naar de mogelijk
heden, waarbij ik er op moge wijzen, dat reeds in 1946 is medegedeeld,
dat in het plan Liniestraat, waarvan nu reeds heel wat verwezenlijkt
is, een openbaar badhuis was ontworpen. Het is mogelijk, dat in deze
nieuwe wijk het badhuis niet nodig is, doch in de oudere Belcrumpolder
bestaat hieraan grote behoefte.
De heer VERMEULEN vraagt of deze kwestie bij dit hoofdstuk mag
worden aangesneden.
De VOORZITTER beantwoordt dit bevestigend.
De heer MENDES zegt, dat het van algemene bekendheid is, dat amb
telijke molens langzaam malen. Ondanks dat zou spreker willen vragen
hoe het staat met zijn voorstel, gedaan in de vergadering van 9 decem
ber 1954. Deze kwestie duurt nu wel erg lang. Het betreft het aan
brengen van geijsers in gemeentewoningen. Nagenoeg alle gemeenten
verhuren gemeentewoningen met ingerichte douchecellen. Breda moet
nu eens ophouden ten aanzien van de douchecellen de risé van het
hele land te zijn. Het algemeen belang moet nu maar eens wijken voor
het bijzondere belang van de bewoners van deze woningen. Spreker sluit
zich aan bij de door de heer Toxopeus gezegde woorden, dat de gemeen
te een goede huiseigenares behoort te zijn.
De heer'KOOLS wenst zich aan te sluiten bij de woorden van de
heer Mendes en van Bijnen. Spreker stelt voor de particuliere bouwers
voor te schrijven in de woningen complete douchecellen aan te brengen.
De heer BRINKERHOF zegt, dat hij in het antwoord op het Centraal
Rapport heeft gelezen, dat er een miljoen kuip- en stortbaden in het
jaar 1954 zijn genomen. Dit aantal is wel erg hoog en de bezoekers zul
len wel uit een bepaald deel van de stad komen. Immers de afstand
van het badhuis tot het Liniekwartier en Ginneken is te groot. Door de
vorige burgemeester is een onderzoek ingesteld, of het mogelijk was bij
de wasserijen badinrichtingen te maken. Dit is op niets uitgelopen. Dr.
Prinsen was voorstander van een nieuw badhuis, doch er was geen geld
voor beschikbaar. Naar sprekers mening mag hier geld echter geen rol
spelen. Er is eens gezegd dat de behoefte aan nieuwe badhuizen niet
zo groot meer is, omdat alle nieuwe huizen douchecellen bevatten. Zo
lang deze echter niet voorzien zijn van een geijser zullen de bewoners
er niets aan hebben en zullen badhuizen nodig blijven.
Mevrouw VAN MIERLO-MUTSAERS vraagt of Burgemeester en Wet
houders, wanneer er weer eens een mogelijkheid komt om halve premie-
bouwwoningen te bouwen, hieraan alle aandacht zullen besteden. Voorts
vraagt spreekster hoe het staat met de toepassing van systeembouw.
De heer TOXOPEUS zegt, dat hij niet weet of er een nieuw badhuis
moet komen of niet. Dit zullen Burgemeester en Wethouders wel bezien.
Hoe spreker staat tegenover het aanbrengen van geijsers in gemeente
woningen heeft hij gisteravond getracht uit te leggen. Hij zal er nu
niet meer op terugkomen.
Zover te gaan, als de heer Kools wil, is niet mogelijk. Het is uiteraard
wel denkbaar, dat in de toekomst een ingerichte douchecel even nood
zakelijk geacht wordt te zijn als thans een watercloset, doch zover is men