346 29 NOVEMBER 1955 thans nog niet. Spreker is er wel voor, dat de gemeente hier als huis eigenaresse het goede voorbeeld geeft. Wethouder JONGBLOED antwoordt, dat hij, toen er voor halve pre- miebouwwoningen volume beschikbaar gesteld werd, hij slechts kort tijdelijk wethouder was. Het is hem toen niet gelukt van de aanbieding gebruik te maken en het contingent was in de kortst mogelijke tijd opge bruikt. Hij wil echter gaarne de toezegging doen, dat hij, indien er zulk een mogelijkheid weer komt, zal trachten ook Breda van het con tingent te laten mede profiteren. Wat de badhuizen betreft, zegt spreker, dat hij als raadslid altijd heeft meegezongen in het koor, dat meer badhuizen eiste. Hij zal ook nu de laatste zijn, die de noodzaak van een nieuw badhuis zal ontkennen. Hoe wel het badhuis op een centrale plaats is gelegen, is het niet gemakkelijk vanuit alle wijken te bereiken. Wat de urgentie van een tweede badhuis betreft, is er inderdaad wel iets veranderd omdat er in de nieuwe wo ningen steeds douchecellen gebouwd worden. Spreker gelooft niet, dat de gemeente zóver kan gaan, dat zij de particuliere bouwers kan ver plichten in iedere nieuwe woning een complete douche-installatie aan te leggen. De bouwverordening houdt te dezer zake geen voorschrift in. Dat het in de toekomst zover zal komen, gelooft hij echter stellig. In vele vooroorlogse middenstandswoningen is een bad geijser, welke bij de woning behoren. Het zal afgezien van dit alles, niet gemakkelijk zijn om een tweede badhuis te verwezenlijken in verband met investeringsmoeilijkheden. Hij zal echter in het college van Burgemeester en Wethouders dit punt nog eens ter sprake brengen. Spreker wil nog even het door de heer Brinkerhof genoemde aantal baden rectificeren. Dit is niet een miljoen, maar 100.000. Wat de systeembouw betreft, dit zou spreker gaarne bij hoofdstuk IV der begroting willen behandelen. Met de commissie uit de installateurs is overleg gaande. Nu is het echter reeds ruim twee maanden geleden, dat Burgemeester en Wethou ders van deze commissie hebben gehoord. Als er niet spoedig bericht komt, zal de gemeente zelf moeten handelen. Hij hoopt spoedig met een voorstel inzake het aanbrengen van gasgeijsertjes te kunnen komen. Spreker vestigt de aandacht op de kredieten die onlangs zijn gevraagd voor het aanbrengen van geijsers in woningen van woningbouwvereni gingen. De heer VAN BIJNEN zegt, dat hij over het antwoord van de Wet houder verheugd zou zijn, als hij niet reeds vanaf 1946 in de Raad zou hebben gezeten. Herhaaldelijk is de bouw van een tweede badhuis toe gezegd en herhaaldelijk is er van deze toezegging niets terecht gekomen. Nu blijkt er weer geen geld te zijn. Er is wel geld voor andere zaken. Is het niet mogelijk iets anders na te laten en het bespaarde geld te be steden voor een nieuw badhuis? De heer KOOLS merkt op, dat het wel op de weg van de gemeente ligt om de bouwondernemers te stimuleren in de door hen te bouwen woningen complete doucheinstallaties aan te brengen, nu de bouwver ordening zulks niet als plicht oplegt. De heer TOXOPEUS zegt, dat de Wethouder over overleg met een commissie van installateurs heeft gesproken. Gaarne zou hij weten wat voor een overleg hier wordt bedoeld. Voor het aanbrengen van geijsers in gemeentewoningen is toch geen overleg met de installateurs nodig?

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1955 | | pagina 346