29 NOVEMBER 1955 347 Wethouder JONGBLOED antwoordt, dat een enquête onder de be woners van gemeentewoningen geen erg bevredigend resultaat heeft ge had. Er is toen gevraagd aan de installateurs, hoeveel geijsers zij reeds in gemeentewoningen hadden geplaatst. Spreker weet nog niet met wat voor een voorstel Burgemeester en Wethouders zullen komen. Het oude besluit is uiteindelijk geen wet van Meden en Perzen. De heer TOXOPEUS merkt op, dat er dus blijkbaar wel een enquête onder de bevolking is gehouden, al wordt zulks in het antwoord op het Centraal Rapport ontkend. Wethouder JONGBLOED verwijst de heer Toxopeus naar bladzijde 17 van het antwoord op het Centraal Rapport. De heer TOXOPEUS zegt, dat dit antwoord hem ontgaan is. Spr. had gezocht bij het antwoord op de vragen, gesteld ten aanzien van het Gasbedrijf. De heer BRINKERHOF zegt, dat al zijn er dan geen miljoen baden genomen, het gemiddeld aantal baden per week toch 1954 bedraagt. Hierna wordt de begroting van Openbare Werken vastgesteld. De VOORZITTER stelt voor om de begroting van het Woningbedrijf te bespreken bij Hoofdstuk V der gemeentebegroting. Hiermede gaat de Raad akkoord. Hij stelt aan de orde de begroting van het Grondbedrijf. De heer RATTINK vestigt er de aandacht op, dat tengevolge van het verleggen van de waterloop vlak langs de Jan Ligthartschool een ge deelte van het volkstuinencomplex Plaswijck zal moeten verdwijnen. Als dit complex inderdaad ten offer moet vallen, dan zou spreker gaarne zien, dat er tijdig een ander complex voor volkstuinen beschikbaar wordt gesteld. Hij denkt hierbij aan het Liniekwartier. Het beschikbaar stellen zal zo tijdig dienen te geschieden, dat de mensen er volgend jaar reeds van kunnen profiteren. Wethouder JONGBLOED zegt, dat deze kwestie niet is behandeld in het centraal rapport. Desondanks wil hij toezeggen, dat hij hieraan de nodige aandacht zal besteden. Hierna wordt de begroting van het Grondbedrijf vastgesteld. De VOORZITTER stelt aan de orde de begroting van de Dienst van Beplantingen. Mej. KOPPELAAR vraagt de aandacht voor het regelmatig snoeien van de bomen in diverse straten. Zo heerst langs verschillende singels en in de Baronielaan veelal een Egyptische duisternis. Spreekster zou gaarne zien, dat hierin verbetering werd gebracht. De heer MENDES wijst op de verontreiniging van de plantsoenen door oud papier. Mevrouw SLOT-PLATTEL vraagt of het niet mogelijk is maatregelen te treffen tegen de overlast, welke wordt ondervonden doordat bomen en struiken uit particuliere tuinen over de openbare weg groeien. Haar is een geval bekend, dat iemand, die takken afsneed, beboet is met

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1955 | | pagina 347