29 NOVEMBER 1955
349
De heer VERMEULEN zegt dat de administratie bij de bank aan
merkelijk is verbeterd. Toch zijn er nog al wat bemerkingen over de
gang van zaken bij de bank. Hoe staat het met het inhalen van achter
stallige vorderingen? De hoogte van het kostenpercentage moet nog
eens worden bezien. Voelen Burgemeester en Wethouders er voor om
de destijds ingestelde Commissie daarover nog eens bijeen te roepen?
Wethouder MEIJS antwoordt, dat het moeilijk is alle kosten in een
cijfer uit te drukken, omdat de looptijd niet altijd gelijk is noch de af
lossing. Ieder krediet is niet hetzelfde. Alle kredietbanken volgen het
systeem, dat ook hier bestaat.
Wat het rentepercentage betreft, hoe langer de looptijd hoe hoger
percentage. Van het hier genoemde hoge percentage is spreker geschrok
ken, vooral nu dit is genoemd in een openbare vergadering. Een rente
percentage van 27 of 28 is niet mogelijk. De kosten zijn weliswaar hoog;
men denke er echter aan, dat de bank geen sociale instelling is. De totale
kosten bedragen niet 12%. Spreker wil gaarne een lijst overleggen aan
de commissie, waaruit blijkt, hoe hoog het gemiddelde kostenpercentage
is. Burgemeester en Wethouders zullen er geen bezwaar tegen hebben
als de destijds ingestelde commissie uit haar slaap wordt gehaald. Het
is een gelukkig feit, dat de door de bank gevraagde rente gunstig afsteekt
bij de rente verschuldigd aan afbetalingsmagazijnen. Dat de bank niet
zoveel meer te doen heeft ligt voornamelijk aan de werkzaamheid van
deze magazijnen. Middenstandszaken zullen hun klanten er op dienen
te wijzen, dat zij bij de kredietbank voordeliger terecht kunnen.
De heer KAMPHUYS zou het op prijs stellen als vooral dit laatste
in de pers zou komen. Het is inderdaad in vele gevallen zo, dat het
afbetalingssysteem funest is. De gemeente heeft hier inderdaad een taak
te vervullen.
De VOORZITTER wenst er op te wijzen, dat Wethouder Meijs na
tuurlijk de afbetalingsmagazijnen heeft bedoeld, welke op onoirbare
wijze werken.
De heer VAN GISBERGEN merkt op, dat hij de Wethouder toch in
overweging wil geven het kostenpercentage in één bedrag te laten be
rekenen ondanks het feit, dat dit wat moeilijker zal zijn.
De heer VAN DEN EEDEN merkt op, dat de bank wél een sociale
instelling is, welke in het leven is geroepen voor de bestrijding van
woeker. Hij heeft geenszins de bedoeling stelling te nemen tegen de bank
of over woeker te spreken, doch wenst er alleen maar op te wijzen,
dat het gemiddelde percentage te hoog is. Vorig jaar heeft spreker bij
de algemene beschouwingen een brief ter sprake gebracht van iemand,
die van een kortlopende lening 27% rente moest betalen.
De heer BLIEK vraagt nogmaals de administratiekosten te verlagen,
zo nodig kan daartegenover de rente worden verhoogd.
De heer TOXOPEUS merkt op, dat de winkeliers toch niet de plicht
kan worden opgelegd hun klanten te verwijzen naar het Financierings
instituut.
De heer SONDERMEIJER zou gaarne zien, dat bij een aflossing op
lange termijn hogere kosten in rekening zouden worden gebracht.
Wethouder MEIJS heeft niet anders bedoeld dan bonafide afbetalings-