352 29 NOVEMBER 1955 Wethouder ROMSOM antwoordt, dat 125 personeelsleden aan de spaarregeling deelnemen. Dit betreft uitsluitend mensen van de secreta rie. Anderen kunnen echter ook meedoen. In de kring van Wethouders van Sociale Zaken is besproken, hoe de eigen bezitsvorming bij het gemeentepersoneel bevorderd zou kunnen worden. Hij hoopt binnen kort hierover met voorstellen bij de Raad te komen. De heer WEZENBEEK vraagt waarom het niet mogelijk is de door hem voorgestelde proef eens te nemen. De VOORZITTER zegt, dat hij deze kwestie nog nader zal bezien. De heer VAN DEN EEDEN wenst nog even terug te komen op het geen hij gezegd heeft bij de begroting voor de krediet- en voorschot bank. Inderdaad is aan degene, die in totaal zoveel rente had moeten betalen, een bepaald bedrag terugbetaald. Hierna wordt Hoofdstuk II aangenomen. De VOORZITTER stelt aan de orde hoofdstuk III van de begroting. De heer KROON vraagt of het in de bedoeling ligt een full-time hoofd Bescherming Bevolking aan te stellen. Het gaat hem over het belang van de dienst. Spreker vindt het jammer, dat van deze dienst iemand leider is, die directeur is van een gemeentelijke dienst. Hij gelooft, dat de B.B. belangrijk genoeg is om er een fulltimer voor te benoemen. Hierop heeft spreker al eens meer gewezen. De heer RATTINK merkt op, dat hij op 11 mei 1955 gevraagd heeft aan Burgemeester en Wethouders op zaterdagmiddag de binnenstad voor het rijverkeer af te sluiten. Er is hem onlangs medegedeeld, dat hij bin nenkort antwoord zou krijgen. Spreker zou het op prijs stellen, als het advies van de Verkeerscommissie thans spoedig zou inkomen. De VOORZITTER antwoordt dat dit advies thans binnen is. De heer RATTINK vraagt dit advies aan de Raad over te leggen. De heer KAMPHUYS zegt het volgende: Mijnheer de Voorzitter, Ik ben Burgemeester en Wethouders dankbaar voor de uitgebreide cijferreeks die gegeven is ten aanzien van verkeersovertredingen. Uit deze cijfers blijkt wel, dat ook onze stad op dit gebied, zij het dan binnen het Rijks gemiddelde, haar aandeel levert op het terrein van de onge lukken. Helaas is dit een verschijnsel in het gehele land, waar men thans op hoog niveau paal en perk aan zal trachten te stellen. Het lijkt mij echter, dat de plaatselijke politie hier ook op dit moment nog een taak heeft. Als men ziet met welke snelheden door onze stad gereden wordt, b.v. Ginnekenstraat, Ginnekenweg en Baronielaan, dan komt het mij voor, dat de politie hiertegen streng moet optreden en bereid moet zijn zonder aanziens des persoons deze wegpiraten aan te pakken. De tijd is voorbij, dat men met gemoedelijkheid op dit gebied kan optreden. Uit het rapport blijkt, dat 62% der schuld bij de aanrijdingen te zoeken is bij bestuurders van motorrijtuigen. Men zal dus op deze kategorie ernstig moeten letten. Uit de cijfers, die verstrekt zijn, blijkt niet hoeveel ongelukken er door automobilisten gemaakt zijn tengevolge van het gebruik van alkohol. Dit

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1955 | | pagina 352