29 NOVEMBER 1955
353
is wel zeer jammer, want ik heb zo het idee, dat dit een zeer belangrijk
aantal zal zijn.
Als men 's avonds bij het sluiten van café's eens ziet hoeveel mensen,
die kennelijk te veel op hebben, maar rustig in hun auto stappen en op
de bevolking worden los gelaten, dan vraag ik mij af, Mijnheer de Voor
zitter, of hier geen taak van de politie ligt om in te grijpen, om alweer
zonder aanziens des persoons, te voorkomen, dat deze mensen ongelukken
maken; onze beroemde nachtclubs en een sociëteit in de Reigerstraat
zouden speciale aandacht verdienen. Ik ben mij bewust, dat het niet
eenvoudig is hiervoor maatregelen te nemen, maar meen dit toch
onder Uw aandacht te moeten brengen.
Komende tot het verkeersonderwijs, doet het mij genoegen te mogen
vernemen, dat hiervoor goede belangstelling is en dat de resultaten niet
onbevredigend zijn. Kunt U mij mededelen welke school er bij uitzon
dering niet aan mee doet en wat daarvan de reden is?
Met belangstelling zie ik de opening van het verkeerscentrum tege
moet en ik hoop, dat dit centrum goede resultaten zal opleveren. Het is
natuurlijk zoals U het stelt, dat eerst op lange termijn, de resultaten te
zien zullen zijn. Het lijkt mij, dat het onderwijzend personeel op de
scholen hier toch haar taak behoudt om er b.v. op te wijzen, dat het
rijden met 3 personen naast elkaar vreselijk gevaarlijk is. Want ondanks
het gedegen verkeersonderwijs in onze stad, blijkt mij nog geregeld, dat
scholieren zich niet goed aan de verkeersregels houden, zie Ginneken-
straat en Wilhelminasingel. Het zijn meestal scholieren van de middel
bare scholen, die zich hieraan schuldig maken. Misschien zou het goed
zijn ook aan deze instellingen scholingswerk te verrichten in deze over
gangstijd.
Het bezitten van een verkeersdiploma is natuurlijk aantrekkelijk voor
de jeugd, maar men zou nog verder kunnen gaan en daaraan vast knopen
de mogelijkheid om lid van de verkeersbrigade te worden, waardoor veel
van het geleerde in de praktijk gebracht kan worden. Ik vind het daarom
jammer, dat het antwoord op de vraag naar een jeugdbrigade weer
negatief is. Het wordt gemotiveerd, dat het niet verantwoord is te grote
verantwoording in handen te leggen van jeugdige personen. Ik ben echter
van mening, dat men vroeg moet beginnen met enige verantwoording te
geven, ook aan jeugdige personen en daarvoor is met het instellen van
een jeugdbrigade de gelegenheid.
Met een, overigens leuke opmerking, dat men thans moet beginnen
de jeugdbrigadiertjes te beschouwen met hengels en poppen, lost men
dit vraagstuk niet op.
Als men ziet, dat steeds meer gemeenten in ons land tot het oprichten
van jeugdbrigades overgaan, lijkt het mij toch van groot belang deze
zaak ernstig onder de ogen te zien.
Allerwege wordt gestreefd naar de zelfwerkzaamheid ook van de jeugd
en hier is een gelegenheid om dit in de praktijk te brengen en die ge
legenheid wordt niet aangegrepen. Ik blijf van mening, Mijnheer de Voor
zitter, dat het van belang is, het eens te proberen.
Het doet mij genoegen, Mijnheer de Voorzitter, van U te mogen ver
nemen, dat het talendiploma voor agenten Uw aandacht heeft.
Het feit, dat een politie-ambtenaar reeds jaren lang moet studeren
voor het behalen van voor bevordering verplichte vakdiploma's, is een
ernstig beletsel, zegt U in Uw antwoord en dat zal wel juist zijn, maar
er zal toch een oplossing gevonden moeten worden.
Sport en muziek van en door de politie is belangrijk, maar het komt
mij voor, dat daar veel tijd in gaat zitten en dat daardoor eerder het
studeren in het gedrang komt dan b.v. eenmaal per week een uur taal
les voor deze politieambtenaren, die daar iets voor voelen.
Ik wacht verder gaarne het resultaat af.