354 29 NOVEMBER 1955
Betreffende de verkeerssituatie tussen Oranjeplein en de Ginneken-
markt, zou ik de suggestie willen doen aan de verkeerscommissie, of er
geen ruimte gevonden kan worden, door b.v. de tuintjes voor de huizen
aan de Ginnekenweg iets te verkleinen, waardoor op sommige plaatsen
wat ruimte gewonnen kan worden. Daarvoor is natuurlijk de medewer
king nodig van de bewoners ter plaatse, die op deze wijze van goede
burgerzin kunnen doen blijken.
Burgemeester en Wethouders achten de situatie op de Wilhelmina-
singel bevredigend en verandering niet direct noodzakelijk. Ik ben ech
ter van mening, dat dit niet juist is. Herhaaldelijk komen er ongelukken
op deze singel voor, waarvan enkele met dodelijke afloop, tengevolge
van het feit, dat het langzaam en snelverkeer van hetzelfde weggedeelte
gebruik moeten maken.
Door afwezigheid van b.v. een witte streep, meent de hier niet beken
de automobilist, dat dit een snelverkeersweg is.
Allerwege wordt getracht de wielrijders een apart fietspad te geven
en hier op de Wilhelminasingel gaat men de weg terug door fietsers
zelfs op niet aangemerkt rijwielpad in het snelverkeer op te nemen.
Ik wil de suggestie doen, Mijnheer de Voorzitter, om achter de heg,
langs deze singel een rijwielpad aan te leggen, met hier en daar een
doorgang, waardoor men gedwongen wordt als fietser goed uit te kijken
naar het snelverkeer vóór het oversteken. Hierdoor kunnen, volgens
mijn bescheiden mening, veel ongelukken voorkomen worden.
De zgn. Zebra-oversteekplaatsen zijn reeds algemeen in gebruik, vol
gens Uw antwoord. Maar ik zou het aantal van deze oversteekplaatsen
willen uitbreiden om de voetgangers nog meer te beschermen. Verder
wacht ik gaarne de wetswijziging te dien aanzien af.
Mijnheer de Voorzitter, dat ik zo uitvoerig op de verkeersveiligheid
ben ingegaan, spruit voort uit het feit, dat ik mij ongerust maak over
het toenemen van het aantal ongelukken, waardoor aan de nabestaanden
zoveel leed wordt berokkend.
Ik acht de gemeente verplicht alles te doen wat in haar macht is om
deze ongelukken te voorkomen.
Als wij wekelijks het lijstje van schade enz. in de plaatselijke pers
lezen, moeten wij wel tot de conclusie komen, dat naast volksvijand no. 1,
de woningnood, een niet minder grote vijand er is bijgekomen, nl. het
onveilige verkeer. Ik beveel daarom, wellicht ten overvloede, deze mate
rie in Uw aandacht aan.
Wat betreft de subsidie aan Veilig Verkeer geloof ik, dat wij er niet
komen met de wijze, waarop deze vereniging werkt, met folders e.d.
Ik zou U daarom in overweging willen geven, om eens een proef te
nemen, zoals dat elders in het land gebeurd is, door in samenwerking
van veilig verkeer, politie en garages, gratis auto's, fietsen e.d. te con
troleren, waarbij particulieren en bedrijven hun auto's kunnen laten
testen. Onbewust rijden er velen met hun auto, die ondeugdelijk is.
Een technische controle van de Haagse politie toonde dit onlangs
verbijsterend aan. Van de 162 gecontroleerde auto's, bleken in 68 ge
vallen de stuurinrichting, remmen e.d. niet goed te functionneren. Door
deze controle kan iedere automobilist zich kosteloos overtuigen of zijn
wagen in orde is. Voor fietsers gelden nog veel ongunstiger cijfers.
Ik meen dat deze samenwerking ook in onze stad gevonden kan wor
den en verzoek U beleefd deze suggestie in het belang der veiligheid
in het verkeer, in overweging te willen nemen. Ik zou b.v. bereid zijn
de subsidie aan deze vereniging voor Veilig Verkeer daarvoor te ver
hogen.
De heer BRINKERHOF zegt het volgende: