366 30 NOVEMBER 1955 kijken. Spreker meent op dit punt eenzelfde geluid te moeten laten horen als de heer Bastiaansen. Tot geruststelling van de heer Vermeulen kan spreker mededelen, dat de samenwerking tussen de Katholieke fracties en de Protestant-Christe lijke stoelt op één wortel, nl. Christus Koning. Uit de beantwoording van de vragen uit het Centraal Rapport is hem gebleken, dat van het bouwvolume 1953, groot 1088 woningen er 875 gerealiseerd zijn, zodat er nog 200 woningen over zijn. Van het bouw volume 1954 zijn er nog 440 woningen niet gebouwd. Spreker vraagt of het niet mogelijk is tot systeem- of montagebouw over te gaan, om dat in een korter tijdsbestek hiermede meer woningen kunnen worden gebouwd. Indien men hem dan tegenwerpt, dat men noch de mon tage- noch de systeembouw mooi vindt, dan meent spreker te moeten wijzen op de gemeente Tilburg, die toch zeer aantrekkelijke woningen hiermede heeft kunnen laten neerzetten. Spreker heeft zich laten vertellen, dat de regering in bepaalde geval len wel eens iets aan de vastgestelde curveprijs doet. Hij is ervan over tuigd, dat Burgmeester en Wethouders te attent zijn op het hoofdstuk: Woningbouw, om hiervan geen gebruik te maken, indien dit mogelijk geweest zou zijn. Volgno. 266. Spreker zegt, dat het hem heeft gespeten, dat men vorig jaar over de vordering van woonruimte niet tot overeenstemming is kunnen komen. Hij vindt het jammer, dat ook dit jaar nog in 19 ge vallen tot vordering werd overgegaan. Hij vraagt of de vordering van woonruimte in zijn geheel achterwege gelaten kan worden, omdat er in deze gevallen van gedwongen inwoning altijd narigheden ontstaan tus sen de hoofdbewoner en de inwoning. Spreker vraagt aan Burgemeester en Wethouders of zij niet terug kunnen komen op de ministeriële aan schrijving betreffende deze materie. Hij staat volledig aan de zijde van de heer Toxopeus in deze aangelegenheid. De heer BLIEK zegt, dat ook de fractie van de V.V.D. het nut van woningbouw inziet. Enkele maanden geleden is in het Heuvelkwartier de bouw van 32 woningen aanbesteed als premiebouw en niet als wo- ningwetbouw. Spreker vraagt of het mogelijk is goedkoper woningen als premie-woningen te bouwen. In verband met de woorden van de heer Brinkerhof aan het adres van de heer Toxopeus merkt spreker op, dat de V.V.D. geen regeringspartij is en dus ook niet verantwoorde lijk is voor de slechte gang van zaken in verband met de woningbouw. De heer VAN BOXTEL meent te weten, dat het toegewezen bouw volume loopt tot eind 1956. Spreker vraagt of het nog resterende ge deelte daarvan nog in 1956 moet worden aanbesteed. Wethouder JONGBLOED zegt, dat hij onderlinge discussies van de Raad bij de beantwoording van de gestelde vragen wil uitschakelen. De voornaamste vraag, die hij het eerst wil beantwoorden is: „Hoe staat het met het bouwvolume voor de jaren 19541956 en hoe komen wij ge durende de resterende periode tot eind 1956 aan een evenwicht tussen bouw van woningwetwoningen en premiewoningen". Door omstandigheden is in de jaren 1954 en 1955 een groot deel van het bouwvolume weggegaan aan premiebouw. Dit vindt zijn oorzaak in het feit, dat de gemeente de bouw van woningwetwoningen niet kon verwezenlijken door het verschil tussen het aanbestedingsbedrag en de vastgestelde curve-prijs van de regering. In 1954 werden van het bouw volume 19541956 23 premie-woningen en 20 woningen met bijdrage regeling opgeleverd en in 1955 respectievelijk 268 en 50. Momenteel worden er premie-woningen gebouwd. Van deze woningen is de huur-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1955 | | pagina 366