30 NOVEMBER 1955 369 de krotwoningen. Van reservering kan geen sprake zijn, omdat de ge meente geld op de exploitatie toelegt. Het is daarom niet mogelijk tot vorming van een fonds over te gaan. Er is inderdaad, zo zegt spreker, een fonds, dat de naam draagt „Fonds sanering binnenstad". Spreker meent dat de heer Vermeulen dit fonds echter niet bedoelt, om daar jaarlijks een bedrag uit te putten. Het fonds sanering binnenstad is als volgt ontstaan. In 1942 werd in het fonds gestort de winst bij verkoop van 55 cemen ten woningen nabij de Zandbergweg ad 48.448,92. In 1948 is de aan vullende goodwill-uitkering voor het Radiodistributiebedrijf ad 12.774,- daarin gestort. In 1950 een vergoeding voor niet geleverde winkelbe timmeringen van het complex 233 woningen Heuvelkwartier, groot 1.000,en de eindafrekening van de bouw van het complex 277 wo ningen van het bouwplan 1946, groot 3.840,Ten slotte is in 1954 nog bijgestort in het fonds de slotuitkering van het rijk voor het radio distributiebedrijf ad 1.592,60. Inclusief de rentebijschrijving over de jaren 1942 t/m 1953 ad 25.102,04 is de stand van het fonds per 1 janu ari 1955 92.757,46. Dit fonds is dus een spaarpotje, waarvan de naam min of meer wille keurig is. De gemeente heeft zo nog enkele spaarpotjes. Het fonds, dat de heer Vermeulen bedoelt, zal de gemeente dwingen daarin jaarlijks een groot bedrag te storten. Spreker is bevreesd, dat Gedeputeerde Staten dit niet zullen goedkeuren bij een begroting, die sluit met de raming van een subjectieve bijdrage. Het nadelige saldo van de exploitatie van de aangekochte en krotwoningen zal dus voor lopig nog alleen ten laste van de algemene dienst worden gebracht. De huren van de onderhavige woningen, waarover de heer Vermeulen eveneens heeft gesproken, dienen volgens de mening van spreker, niet te worden verlaagd. De woningen, welke worden gekocht, zijn bewoond. De bestaande huren lopen normaal door. Bij de vaststelling van de koopsom wordt rekening gehouden met de huuropbrengst. De 5°/o huur verhoging is in meerdere gevallen niet toegepast. De raad moet volgens spreker niet vergeten, dat de onderhoudskosten voor woningen momen teel zeer hoog zijn en dat de exploitatie van de onderhavige woningen een nadelig saldo oplevert. Hij merkt op, dat de gemeente niet in goede doen geraakt van deze huizen. Als „huisjesmelker" is de gemeente niet geslaagd. Wethouder ROMSOM wenst te reageren op de opmerking van Me vrouw van Mierlo, dat er 144 gezinnen door de saneringsplannen voor andere woonruimte in aanmerking moeten komen. Dit probleem heeft hem reeds eerder beziggehouden. Op 11 juli j.l. is daarom een bespreking gehouden over dit probleem, waarbij aanwezig waren de Burgemeester, de Wethouders Meijs en Van Houten, Plebaan van der Made, Aalmoe zenier de Veth, Drs. van Roosmalen, de directeuren van Openbare Wer ken, Sociale Zaken en het Woningnoodbureau, de adjunct-directeur van Sociale Zaken, Directeur Bakx van de Katechisten, de chef van de af deling Algemene Zaken ter secretarie en spreker. Uiteindelijk is men tot de conclusie gekomen, dat er in de gemeente geen tweede Westeinde mag komen; dat er in het Westeinde geen a-so ciale gezinnen mogen worden bijgeplaatst en dat de a-socialen over de gemeente moeten worden verspreid via het Gemeentelijk woningbezit. Met deze conclusie ging de gehele vergadering akkoord. Als de sane ring van de Beijerd en omgeving wordt doorgevoerd, zal een groot aantal van deze gezinnen aan andere woonruimte moeten worden geholpen. Aanvankelijk lag het in de bedoeling de 150 woningen van het uitbrei dingsplan Driesprong daarvoor te bestemmen, doch dan ontstaat hier wederom een .tweede Westeinde. Dit plan heeft men daarom laten varen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1955 | | pagina 369