Voortzetting van de raadsvergadering van 30 november 1 955 De VOORZITTER heropent de vergadering en stelt hoofdstuk VII aan de orde. Dit hoofdstuk wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen. Hoofdstuk VIII. De heer MINDERHOUD zegt dat onder volgnr 382 een bedrag van 1800.is geraamd voor schoolzwemmen. Dit betekent dat voor ieder kind 0,30 per bad betaald moet worden. Het gebeurt evenwel dat, als een klas komt zwemmen, er leerlingen zijn die niet aan het zwemmen deelnemen, maar als toeschouwer staan te kijken. Spreker vraagt of voor deze kinderen betaald moet worden. Voorts merkt spreker op, dat destijds een crediet is uitgetrokken van 85.000.voor verbetering van het sportfondsenbad. Hij vraagt hoe het hiermede staat en of de begrotingspost door Ged. Staten is goedge keurd. Wethouder STUBENROUCH zegt dat het wel eens voor zal komen dat er enige leerlingen zijn die niet aan het zwemmen deelnemen en langs de kant staan te kijken. Dit is dan veelal een medische aange legenheid. Voor deze kinderen behoeft geen 0,30 te worden betaald. Het crediet van 85.000.is goedgekeurd. De plannen moeten echter nog worden uitgewerkt. De paragrafen 2a t/m 14 geven geen aanleiding tot opmerkingen. Hoofdstuk VIII par. 15. De heer VAN BIJNEN zegt: De vragensteller heeft hier bedoeld te wijzen op het tekort aan be langstelling voor het maatschappelijk leven. Men moet deze jeugd en niet alleen de jeugd van Middelbare scholen meer kennis bijbrengen van de wijze waarop in Nederland de staatstaken worden vervuld en wat zij zelf daarin later te vertellen hebben. Ditzelfde geldt voor sociale verzekeringen (niet normale verzekeringen zoals abusief in de vraag en het antwoord is getypt). Vanzelfsprekend moet men daarmee niet be ginnen bij het eerste jaar, doch tegen de tijd dat de school wordt ver laten, bij herhalingscursussen en bij de U.T.S. Ik ben van mening dat deze vakken, wanneer ze in de algemeen vor mende vakken ter sprake worden gebracht, zonder dat in het rooster hiervoor plaats wordt ingeruimd, nuttig zullen blijken te zijn. Men constateert allerwege gebrek aan belangstelling en gebrek aan kennis. Het zou de gemeenschap ten goede komen als men de jeugd deze belangstelling en kennis bijbracht.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1955 | | pagina 377