30 NOVEMBER 1955 383 en Wethouders te vragen te bevorderen dat de raad een hoger crediet voor de C.W.G. zal beschikbaar stellen. De aangelegenheid van de subsidiëring van de jeugdverenigingen ligt spreker al reeds lange tijd zwaar op de maag. Er is een bedrag van J 8000.beschikbaar hetgeen voor de gehele Bredase jeugd te gering is. De kwestie heeft lang geduurd omdat de inventarisatie van de Bre dase jeugd moeilijk was. Het rapport van het Hoogveldinstituut nadert echter zijn voltooiing. Het ligt in de bedoeling om, als het rapport met zijn conclusies geheel gereed zal zijn, de subsidies voor de jeugdvereni gingen van alle gezindten te bekijken. Spreker verzoekt de raad genoe gen te nemen met de toezegging dat vóór het volgende begrotingsjaar deze aangelegenheid ter tafel wordt gebracht. Hij verwacht met maat regelen te kunnen komen die goed gefundeerd zijn. spreker hoopt dat spoedig een tijd zal aanbreken waarin niet meer het wcningprobleem voorop zal staan, maar de voorzieningen voor de jeugd het middelpunt zullen innemen van de belangstelling, waarop de jeugd recht heeft. De heer VAN BIJNEN zegt dat het niet in zijn bedoeling heeft ge- legei om te suggereren. Hij heeft de boontjes wel in de week willen zetten. Spreker hoopt dat de raad in een van de volgende vergaderin gen sen gunstig preadvies zal ontvangen. De heer VAN DEN EEDEN dankt wethouder Stubenrouch voor zijn mededelingen. De keer MENDES dankt de wethouder eveneens voor de uitvoerige en vriendelijke wijze, waarop hij zijn opmerkingen heeft beantwoord. Dat hij Breda heeft vergeleken met Amsterdam komt, doordat spreker geboortig is uit Amsterdam en een groot gedeelte van zijn culturele vorming te danken heeft aan het cultuurbeleid van Amsterdam na de eerste wereldoorlog. Ten aanzien van het woordje „of" merkt spreker op dat „of" volgens hem impïceert dat je iets kunt nalaten, niet dat je het doet. Mogelijk is het wcordje „hoe" in de zin bedoeld. Na de mededeling van de Wethoude- kan hij zich met een ander wel verenigen. Spreker wil de wethouder nog een suggestie doen: misschien zit in het bedrag van 10.000,nog ruimte om van gemeentewege een bedrag beschikbaar te stellen vior een jaarlijkse opdracht aan een Brabantse kunstenaar. De heer IAMPHUYS dankt de wethouder eveneens. Tot het adres van de heer vlinderhoud zegt spreker dat de C.W.G. aan de Prot. Christ, jeugdverenigiig een subsidie van 250.per jaar heeft verstrekt. Wethouder STUBENROUCH deelt mede dat hij de suggestie van de heer Mendes ii gedachten zal houden. Zonter hoofdelijke stemming wordt hoofdstuk VIII aange nomen. Hoofdstuk IX. De heer BRIbKERHOF zou gaarne iets willen zeggen over de be jaardenzorg. Bij hoofdstuk Mil zijn belangrijke bedragen uitgetrokken voor cul tuur en sport. De bejaarden kunnen hiervan niet profiteren. Daarom wil spreker een pleidooi voor deze mensen houden. In de Raad zitten mensen die met arnenzorg te maken hebben en terzake ondervinding

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1955 | | pagina 383