384
30 NOVEMBER 1955
hebben opgedaan. De uitkering van de kolentoeslag geschiedt anders
dan het vorige jaar. Reeds toen lag het in de bedoeling daarbij de ali
mentatieplicht toe te passen. Doch dat is toen niet doorgegaan. De
oudjes waren daar zeer blij mede. Naar spreker vernomen heeft zal
dit jaar wel de alimentatieplicht worden ingevoerd. Spreker betreurt
dit ten zeerste. Het komt voor dat oudjes om 6 uur naar bed moeten
gaan vanwege de koude; deze mensen willen niet om kolentoeslag vra
gen omdat men weet dat de kinderen zullen worden aangesproken om
bij te dragen. Het is zelfs voorgekomen dat kolentoeslag ontvangen was
en teruggebracht werd, eveneens omdat de desbetreffende oudjes Ier
ore was gekomen dat de kinderen er voor lastig waren gevallen. Het is
als het ware een erezaak van deze oudjes geworden; ze willen nu een
maal niet dat er onder de kinderen om hunnentwille onenigheid zou
komen. Spreker verzoekt daarom met klem namens deze oudjes ten aan
zien van de kolentoeslag de alimentatieplicht niet toe te passen. De
ouderdomsvoorziening zal weldra wettelijk geregeld zijn, zodat dan
deze hulp waarschijnlijk niet meer nodig zal zijn. Hij doet een beroep
op het bestuur van de burgerlijke instelling de kolentoeslag ongelimi
teerd uit te keren.
De heer TOXOPEUS vraagt uitdrukkelijk of het de bedoeling is om
alleen de alimentatie af te schaffen voor kolentoeslag.
De heer KROON zegt gelezen te hebben dat de stichting maatschap
pelijke activiteit haar werkzaamheden heeft stilgelegd. Is spreker vel in
gelicht dan is het personeel ontslagen. Toch is nog 15.000. nodig voor
de liquidatie van de stichting. Hij vraagt wat hiervan de bedoeïng is.
Spreker heeft altijd sympathiek tegenover de doelstelling van dc stich
ting gestaan en altijd de activiteiten gevolgd. Is er straks weer een
laagconjunctuur dan zal er weer wel behoefte aan de stichtiig zijn.
Hij vraagt of er rapporten zijn en waar alle materiaal gebleve» is. Als
straks de stichting weer zal moeten gaan werken, heeft men het nateriaal
weer nodig.
De heer VAN BOXTEL merkt op dat men bij het verlenen ran kolen
toeslag de alimentatieplicht wil toepassen om excessen te vrorkomen.
De heer Brinkerhof brengt de aangelegenheid om de kindeken aan te
spreken in de gevoelssfeer. Van de andere kant mag van cb kinderen
de positieve gedachte verwacht worden hun ouders te wilen helpen.
In vele gevallen is echter geen verhaal mogelijk.
De heer RATTINK zou gaarne in tweede instantie het voord hebben
in verband met de vraag van de heer Kroon met betrekking tot de
stichting maatschappelijke activiteit.
De heer WEZENBEEK vraagt hoe ter zake het standpint is van het
Ministerie van Sociale Zaken.
De heer VAN DEN EEDEN is het volkomen met de neer Brinkerhof
eens. Bij vele oudjes is de levenswijze erg sober. Los val de alimentatie
wil spreker met nadruk onderstrepen, dat de nood oneer de bejaarden
hoog is vooral in het winterseizoen. Indien deze mensm geholpen zou
den kunnen worden dan zou deze grote groep van d( bevolking daar
mede ten zeerste gebaat zijn.
Wethouder ROMSOM merkt allereerst op dat de uitkeringen door
maatschappelijke zorg aan de bejaarden de toets der critiek zeker kun
nen doorstaan. Vorig jaar is inderdaad de kolentoesag uitgekeerd zon-