386 30 NOVEMBER 1955 om de Stima te Breda op te heffen. De kwestie omtrent het doen „slui meren" van de Stima heeft reeds einde vorig jaar begin van dit jaar gespeeld, doch men had aanvankelijk nog andere gedachten. Spreker zegt mondeling antwoord te hebben gekregen op een brief die nog bij het college van Burgemeester en Wethouders ter afdoening is. Hij ge looft dat het niet juist is om hierover thans te debatteren. De heer KROON is Wethouder Romsom dankbaar voor de toelichting. Hij weet nu hoe het met de stichting staat. Hij vraagt waar de dossiers en andere administratieve bescheiden zijn gebleven. De heer RATTINK zegt dat die ten zijne huize zijn. De heer BRINKERHOF is het roerend met Wethouder Romsom eens waar deze zegt, dat, als iemand de brandstoffentoelage niet nodig heeft, deze ook niet gegeven moet worden. Het vorig jaar heeft er volgens spreker een minitieus onderzoek plaats gehad naar de financiële draag kracht van de bejaarden, zodat er van fraude geen sprake meer kan zijn. Deze mensen, in het bijzonder de burger-gepensionneerden, kunnen zich normaal altijd zelf bedruipen. De mensen staan als burger aangeschreven en zijn nooit met de sociale dienst in aanraking geweest. Het is inderdaad zo dat de plicht om de ouders te helpen op de eerste plaats bij de kin deren ligt. Het komt evenwel voor dat de kinderen niet willen helpen en de oudjes bang zijn in ongenoegen met de kinderen te geraken. De toezegging van de Wethouder heeft spreker in zijn oren geknoopt. Hij zal de adressen verstrekken. Al met al vindt spreker het toch een schriel betoog van de wethouder. De gevraagde maatregel zou alleen maar voor 1956 behoeven te gelden. In 1957 zal er de wettelijke ouderdomsvoor ziening zijn. Spreker hoopt alsnog dat het bestuur van de burgerlijke instelling met Burgemeester en Wethouders de alimentatieplicht onge daan zullen maken. De heer TOXOPEUS vindt het een moeilijke materie. Toch moet hij het wel met de heer van Boxtel en de wethouder eens zijn. Bij een echt paar met kinderen moeten allereerst de kinderen helpen. Zijn het nu onwillige kinderen dan moeten die via de alimentatieplicht tot bijdragen worden gedwongen. Kunnen de kinderen nu eenmaal niet bijdragen dan is er uiteraard ook geen verhaal mogelijk. Deze alimentatie is nooit zo zwaar als de normale alimentatieplicht via de Armenwet. De gemeen schap moet niet doen, wat op de eerste plaats de kinderen moeten en kunnen doen. De ouders zijn verplicht hun kinderen te onderhouden, maar ook de kinderen hun ouders. De heer VAN DEN EEDEN neemt aan dat de gemeente Breda ten aanzien van de bejaardenzorg geen slecht figuur slaat. In ieder geval is het toch zo dat vele bejaarden nog armoede hebben. De algemene levens wijze van die mensen is van die aard dat ze met veel moeite de eindjes aan elkaar kunnen knopen. Met de bedoeling van de heer Brinkerhof kan spreker zich dan ook geheel verenigen echter niet voor wat de alimen tatieplicht betreft; zeker nu de wethouder heeft toegezegd bereid te zijn in bepaalde gevallen te helpen. De dienst van sociale zaken met zijn ambtenaren zullen zeker gaarne daaraan medewerken. Wethouder ROMSOM stelt met nadruk dat, indien er werkelijk bij bejaarden armoede is, deze mensen altijd bij de dienst voor sociale zaken kunnen aankloppen. Boven de normale norm mag nog steun gegeven worden mits dit maar verantwoord is. De huurtoeslag ligt boven de steun,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1955 | | pagina 386