14 DECEMBER 1955 407 urgentie van deze bouw moet een spoedige beslissing worden genomen. De heer TOXOPEUS meent, dat destijds reeds was besloten om één hal te bouwen. De VOORZITTER antwoordt, dat Burgemeester en Wethouders wer den gemachtigd één hal te bouwen en dat overleg zou worden gepleegd alvorens verder te gaan. Er wordt nu een modulatie gevraagd van het aanvankelijke besluit. Hierna wordt overeenkomstig het voorstel van de Voorzitter besloten. Rondvraag. De heer BRINKERHOF vraagt of aan de Minister van economische zaken nog bericht wordt gezonden van het besluit tot verlaging en ver hoging van de tarieven voor kleinverbruikers van gas en elektriciteit. De heer RATTINK spreekt er zijn teleurstelling over uit, dat in deze raadsvergadering de verkeersregeling in de binnenstad op zaterdagmid dag niet aan de orde is gesteld. De VOORZITTER antwoordt dat een desbetreffend besluit bereids is genomen, doch dit behoeft technisch nog enige verzorging. De heer KLOMPERS vraagt aandacht voor de slechte verlichting van de Heuvelstraat. De lantaarns staan 70 a 80 meter van elkaar en het licht valt tussen de takken van de bomen. Spreker verzoekt met de verbe tering dezer verlichting spoed te betrachten. Mej. KOPPELAAR wijst op de gevaarlijke verkeerssituatie op het kruispunt Min. KanstraatSpeelhuislaan. In twee jaar tijds zijn daar 9 ernstige ongevallen gebeurd. De niet-Bredanaars beschouwen de Min. Kanstraat als een voorrangsweg. Spreekster vraagt aandacht voor een oplossing. Spreekster heeft met bewondering het verkeerscentrum bezichtigd. Het is verheugend te zien, wat hier met de vereende krachten der ge meentelijke diensten is bereikt. Destijds was in het krediet ook een be drag begrepen voor de aanleg van een tuinmaquette. Deze heeft spreek ster echter gemist. Gaarne zal zij de redenen hiervan vernemen, omdat de vrees bestaat, dat het beoogde doel niet geheel zal worden bereikt. Als de ruimte niet groot genoeg is, kan misschien het daar staande huis worden afgebroken. Er komt dan ook een betere uitgang voor de schooljeugd. Aan de Tramsingel is momenteel geen enkele industrie bereikbaar. Als er iets gebeurt kan geen enkel voertuig erbij komen. Enkele winkeliers hebben hun omzet met 60% zien teruglopen. Zou er tijdelijk iets ge daan kunnen worden om deze panden bereikbaar te maken? De heer WEZENBEEK wijst erop, dat op het van Coothplein een stopverbod-bord is geplaatst tegenover de Nieuwe Ginnekenstraat. Het verkeer uit laatstgenoemde straat dat moet voorsorteren om links af te slaan, kan dit bord echter alleen aan de achterzijde zien. Is dit bord te verplaatsen of kan een tweede bord worden aangebracht? De heer MINDERHOUD heeft reeds bij de algemene beschouwingen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1955 | | pagina 407