27 DECEMBER 1955 411 nieuw Breda alleen maar met de grootste inspanning het waardig tegen spel zal kunnen leveren. Wat toen in vele jaren en decennia in rustige geleidelijkheid, met de evenwichtigheid van het ambacht en met de fijne nuance van het handwerk werd gebouwd, moet nu in overkorte tijd en in het jachtig tempo van machine en fabriek massaal worden ontworpen en geforceerd verwerkelijkt. Gelukkig beschikte onze stad over bestuur ders van allure en grote bouwmeesters met kunstige vindingrijkheid binnen en buiten de stadsgrens om in de kritieke periode met wijde visie de plannen voor vele jaren te trekken. Gezamenlijke energie zal nodig zijn om daaraan verdere vorm te geven. De streekfuncties van het Breda der middeleeuwen spelen ook in onze dagen een blijvende rol. Het militair belang der vesting Breda, in de middeleeuwen bolwerk van Brabant tegenover Holland, in de tijd van de 80-jarige oorlog de veelomstreden vesting tussen noord en zuid en later vooruitgeschoven verdedigingsstelling der Noordnederlandse Re publiek vindt zijn waardige tegenhanger in de Koninklijke Militaire Academie, opgericht bij K.B. van 1826, het eerste instituut in Europa, waar de krijgskunde in haar gehele omvang wetenschappelijk werd ge doceerd, en daarnaast in de Scholen voor Reserve Officieren, Kader- scholen en militaire staven van ons garnizoen. De oude taak der Baroniestad als Centrum van rechtsbedeling in Hoofd- en Leenbank en de Schepenbank vond haar nieuwe vorm in Rechtbank en Kantongerecht, en overtreft haar oude mare in de faam, welke zelfs internationaal onze strafgevangenis zo onverdiend genieten mag. Handel en verkeer, in oud Breda ontsproten aan de toen nog vrije en belangrijke waterweg van Mark en Weerijs en de kruising van de land wegen noord-zuid en oost-west vinden in de jonge tijd hun uitbloei in industriële en handelsaktiviteit met snelle verbindingen per spoor en op knooppunt van internationale routes, een spel, waaraan ook P.T.T. en Kamer van Koophandel intensief participeren. Het onderwijs, te lang geremd en verzwakt, vindt in de dichte jeugd van jong Breda thans gierige klanten. Vooral het technisch onderwijs en de middelbare scholing springen met het jaar omhoog en waarborgen de stad het broodnodige intellect voor verdere ontplooiing. Zo kan de terugblik op het ver en naderbij verleden met gerechtigd optimisme sluiten. De merksteen 100.000 staat niet in een dal, maar wijst van flinke hoogte nog hogerop. En op deez' merksteen valt het nieuwe licht, het kerstmislicht. Was niet onze 100.000e een kerstmiskind? Voorwaar een goed symbool. In dankbaarheid en deemoed buigen wij het hoofd voor de Schepper die aan Breda zo schone kansen bood. Wij bidden saam, dat de mildheid van het Goddelijk Kerstekind de toekomst van Breda bedauwen moge; dat zo haar jeugd zal groeien tot een sterk, Godsgetrouw geslacht, dat zo haar stoffelijke welvaart geen schade voor haar geestelijke waarde mag beduiden; dat zo het volk van ons geliefd Breda, nu grote stad geworden, naar het kerstwoord van de Paulusbrief zal zijn en blijven een gereinigd volk, dat zijn Verlosser behagen kan en dat op jacht gaat om het goede te doen. Ik heb gezegd. Vervolgens doet de SECRETARIS voorlezing van een aantal der in gekomen telegrammen. Gemeentebestuur van Prinsenbeek; Broertje Prinsenbeek gaat gauw op de teentjes staan om 22 maal grotere broer Breda hartelijk geluk te wensen met zijn geestelijk ingehaald nieuw woningzoekertje.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1955 | | pagina 411