Notulen der geheime raadsvergadering d.d. 19 Januari 1955.
De Voorzitter wil in verhand met de plannen der vereniging voor
vreemdelingenverkeer "Breda Vooruit" allereerst het woord geven aan de
Heer van Woensel, die een functie heeft bij de voorbereiding dezer plan
nen.
De heer van Woensel zegt, dat het nodig is voor een bepaald punt de
bewilliging van de Raad te vragen. Er is contact geweest tussen Burgemees
ter en Wethouders en "Breda Vooruit"om te komen tot een zomerevenement voor
Breda met een vaste allure. Dit kan elk jaar hetzelfde zijn, of ieder jaar
iets anders. "Breda Vooruit" heeft uit haar midden een commissie aangewezen
om haar op dit punt te adviseren. Deze commissie zal in de loop van de vol
gende week advies uitbrengen en dient dan te weten of het mogelijk is over
de nodige objecten te beschikken gedurende dit seizoen en in volgende jaren.
De Zaterdag- en Zondagavonden brengen het meeste vertier - dit zijn veruit
de drukste dagen. Ontheffing van winkelsluiting zal nodig zijn. Er is een
begroting opgezet, gebaseerd op 10 weekends. Op de Zaterdag- en Zondag
avonden zal er een apart verlicht Valkenberg zijn, hierin bestaande, dat
naast de bestaande verlichting een zeer charmante verlichting met vetpot
jes wordt aangebracht. Prijsopgaven daarvan zijn reeds binnen, evenals
voor een bouwwerk, waarvoor plannen zijn gemaakt. Er zal voor "elck wat
wils" worden geboden op de reeds bekende plaatsen, zoals pergola en speel
weide. Het is de bedoeling een matig entree te heffen. Het tekort op dit
evenement wordt geraamd op 20 a 25 duizend gulden. De middelen daartoe
zijn wel aanwezig in het fonds van "Breda Oranjestad", hetwelk door de
fractievoorzitters wordt beheerd. De Raad wordt nu gevraagd toestemming
te geven tot het afsluiten van het park Valkenberg op de Zaterdag- en
Zondagavonden, te rekenen van 6.00 uur 's middags, gedurende de bedoelde
weekends. Gedurende dit tijdvak zal in het park een tijdelijk Café-restau
rant zijn opgesteld met een zodanige oppervlakte, dat dit plaats biedt voor
400 a 500 personen.
De Voorzitter zegt, dat deze aangelegenheid in het college van Burge
meester en Wethouders is besproken en dat het college in beginsel voor de
gevraagde medewerking voelt. Hij zal gaarne de mening van de Raad vernemen.
De heer Toxopeus voelt ook wel voor de gevraagde toestemming, doch
wil wijzen op de nog hangende "openbare-weg kwestie". Hij verwijst naar pu
blicaties van de V.N.G. dienaangaande.
De Voorzitter zegt, dat het college het standpunt inneemt dat de wegen
in het Valkenberg niet openbaar zijn.
De heer Toxopeus meent, dat er in dit opzicht geen twijfel kan zijn;
hij is namelijk van oordeel, dat deze wegen wel openbaar zijn.
De Voorzitter meent, dat in analoge gevallen, waarbij moeilijkheden
waren, steeds sprake was van openbare wegen op het niveau van "straten".
Bij het Valkenberg ligt de zaak veel eenvoudiger: er worden geen directe be
langen geschaad.
De heer Toxopeus gaat wel met de afsluiting accoord, als de Raad de
daaraan verbonden risico's wil nemen.
De Voorzitter wijst op de belangen van de stad; recht wordt er niet
geschonden.
De heer Kramers vraagt of entreeheffing wel noodzakelijk is. Hij
vraagt, of dit wel in goede aarde zal vallen. De Bredanaars zullen zeker
niet bereid zijn om voor elk weekend entree te betalen. Indien geen entree