Valkenberg ter beschikking te stellen. De heer Brinkerhof meent, dat bij wijze van vrije toegang de hoge kosten van afrasteringen kunnen worden bespaard. De heer van tVoensel beantwoordt de sprekers als volgt: Het achterwege laten van entréeheffing zou betekenen, dat de kosten der evenementen, ongeveer te stellen op 100.000,- het gehele fonds van "Breda Oranjestad" zouden doen verdwijnen. De sluiting om 8.00 uur, zoals voorgesteld, is te laat; in dat geval is er te weinig tijd om het parkltschoon te maken. Wellicht zullen ook de Zaterdag middagen in de sluiting moeten worden betrokken - er is dan het meeste bezoek in de stad. Het is wel de bedoeling passes-partout te verkopen; ieder weekend komt er een nieuw programma. Het gratis openstellen gedurende een aantal week ends is onmogelijk wegens de daaruit voortvloeiende derving van entreegelden. Door de commissie is inderdaad overwogen bij de bouw van het restaurant reke ning te houden met een bestemming voor langere tijd. Het is mogelijk een meer jarig contract aan te gaan. Het eerste jaar zal de huur moeten bedragen 24.000,-, het 2e en 3e jaar 8.000,- per jaar, terwijl de huur in volgende jaren lager zal liggen. Het gebouw zal ongeveer 400 personen kunnen bevatten; de hoogte wordt 4 meter, de lengte 30 meter. Het wordt geplaatst met de achterzijde naar het rijwielpad en met het front naar de directeurswoning. Gedeeltelijke afsluiting van het park stuit op onevenredig hoge kosten. Bij de dienst van Openbare Werken is de oude afrastering opgeborgen, welke weer kan worden gebruikt. Dat het park wordt beschadigd op de plaatsen, waar wordt gebouwd en opgetreden valt niet te ontkennen. De onttrekking der nodige mid delen uit het fonds "Breda Oranjestad" is geheel overeenkomstig de daarvoor gedachte/bestemming. Het naar Breda halen van een deel van het Holland Festival blijkt zeer moeilijk; dit is in 1952 geprobeerd,doch zonder resultaat.Dit jaar zal opnieuw een poging daartoe worden ondernomen. De commissie van advies voor "Breda Vooruit" bestaat uit de heren Sliepen, Gooden, Ingen-Housz en van Woensel; deze commissie heeft geen uitvoerende opdracht.Van de heer Kamphuis zal spreker nog gaarne vernemen op welke er varingen hij heeft gedoeld. Het openhouden van het rijwielpad stuit eveneens op het bezwaar van hoge kosten. De Voorzitter geeft in overweging de organisatie der evenementen niet in de discussie te betrekken. De vraag is, of de Raad bereid is het Valken berg gedurende 20 halve dagen al dan niet tegen vergoeding ter beschikking te stellen. Spreker wijst op het belang der plaatselijke "vreemdelingenindus trie" en op wat andere steden terzake doen. De heer Toxopeus vraagt of de Raad zich door de beschikbaarstelling per manent bindt. De Voorzitter antwoordt, dat 1955 als een proef moet worden gezien.Met de fractie-voorzitters zal nog overleg worden gepleegd. Wat in volgende jaren zal gebeuren hangt af van de in 1955 opgedane ervaringen. De heer Toxopeus wijst op de plannen tot de aanleg van een weg door het Valkenberg. De Voorzitter merkt op dat dit punt niet aan de orde is. De heer Toxopeus wil er slechts op wijzen, dat mogelijk te zijner tijd een andere plaats voor de zomerevenementen zal moeten worden aangewezen. He heer -^rinkerhof zou gaarne zien, dat de te betalen huur voor het Val kenberg wordt opgebracht door de belanghebbenden als houders van hotels en Café's-Restaurant

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1955 | | pagina 418