42 16 FEBRUARI 1955 Overeenkomstig het voorstel wordt besloten. 19. Subsidie Oranje-comité voor Bevrijdingsfeesten. De heer KROON juicht het voorstel van Burgemeester en Wethouders toe en kan zich met de opmerking in het prae-advies ten aanzien van de opvoering in Concordia volkomen verenigen. Spreker vraagt of hierover reeds contact is geweest met het Oranje-Comité en of Burgemeester en Wethouders hiervan mededeling kunnen doen. De heer RATTINK zegt zich met het prae-advies te kunnen verenigen. Spreker heeft er geen bezwaar tegen dat het Comité/enige vrijheid wordt gegeven omtrent de te organiseren feestelijkheden. Festiviteiten en plechtigheden, waaraan door de gehele bevolking kan worden deelgeno men acht hij bij deze herdenking van het grootste belang. Als voorbeelden noemt spreker een dodenherdenking-samenkomst in kerken en muziek op straat. De toneeluitvoering in Concordia acht hij van minder belang om dat deze uitvoering toch slechts door een klein gedeelte van de bevolking kan worden medegemaakt. Daarom zag hij liever een uitvoering in de openlucht zo zich het stuk daartoe leent. Thans is er nog voldoende tijd om, indien nodig, een ander stuk uit te kiezen. Spreker acht het zeer belangrijk dat iedereen, die dit wenst, de uitvoering mede kan maken. Tenslotte vraagt spreker of het op de dag vóór 5 Mei niet gewenst is, dat op de scholen, waarbij hij denkt aan de hoogste klassen van de lagere scholen, aan de U.L.O. scholen en het M.O., door het onderwijzend per soneel wordt stilgestaan bij de bevrijding van 10 jaar geleden, waarbij de leerlingen de grote waarde van de vrijheid onder het oog wordt ge bracht. Wethouder STUBENROUCH zegt begrepen te hebben, dat de heren Kroon en Rattink geen bezwaar hebben tegen votering van het crediet. Hij zegt enige dagen geleden met het Oranje-comité een bespreking te hebben gehad, waarin over de toneeluitvoering in Concordia van ge dachte is gewisseld. Met de sprekers is hij van oordeel dat een open lucht-uitvoering een overweging waard is. Spreker heeft het volste ver trouwen dat deze aangelegenheid naar genoegen zal worden opgelost. Tenslotte zegt spreker dat het hem bekend is dat op verschillende scholen elk jaar de herdenking van de bevrijding plaats heeft. De heer KAMPHUYS merkt op enige ervaring te bezitten van toneel in de openlucht. Dit heeft hem grijze haren bezorgd. Omdat het toch de bedoeling is dat zoveel mogelijk inwoners het toneelstuk zullen zien, komt het spreker voor dat men beter een uitvoering in Concordia kan geven dan in de openlucht. Men is dan niet afhankelijk van mooi weer. De gehele bevolking kan men met een uitvoering toch niet bereiken. De heer RATTINK zegt dat hij bang is dat Concordia voor het grootste deel in beslag genomen zal worden door genodigden. Dit kan toch niet de bedoeling zijn. Spreker merkt nog op dat het op 5 Mei even goed een zomerse dag kan zijn. Wethouder STUBENROUCH zegt dat de zaak zijn volledige aandacht heeft en hij is van oordeel dat het Oranje-comité het wel zal klaren. De VOORZITTER merkt op dat in Concordia niet alleen genodigden zullen zijn. Het overgrote deel van de zaal zal zonder entreekosten voor de bevolking beschikbaar zijn. Overeenkomstig het voorstel wordt besloten.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1955 | | pagina 42