16 MAART 1955 63 De heer BRINKERHOF juicht het voorstel toe, omdat hier de moge lijkheid wordt geopend de kleine industrie uit de bebouwing te weren. Hij is het echter eens met de heer Vermeulen die gaarne een prognose zou zien van de te verwachten arbeidsmarkt. De heer TOXOPEUS vestigt er nogmaals de aandacht op dat hij niet tegen het voorstel is, omdat hij de industrialisatie wil tegenwerken. Al leen de methode, welke burgemeester en wethouders thans wensen toe te passen, is voor hem reden om neen te zeggen. Hij kan alleen het voor stel steunen als het College de toezegging doet en ook gestand doet dat het met de instelling van een commissie of iets dergelijks komt, waarin de prognose, de bouw, het verhuren van industriehallen en der gelijke uitvoerig wordt besproken. Als Burgemeester en Wethouders thans over zullen gaan tot de bouw van één hal en dan het senioren-convent of een andere raadscommissie bijeen roept om de industrialisatie uit voerig te bespreken, kan spreker nog wel met het voorstel mee gaan, zo niet, dan moet hij pertinent nee zeggen. De heer VERMEULEN sluit zich aan bij de woorden van de heer Toxopeus. De VOORZITTER antwoordt dat hij een discussie over hetgeen blij kens de notulen is gezegd over een industrialisatiecommissie niet wense lijk acht. Hij is bereid vóór de concrete bestemming van dit crediet met het senioren-convent te praten. Hij kan er echter niet met toverformules en reeksen cijfers komen. Wanneer men bedenkt dat bekend is, dat er geen arbeiders op de markt zijn, dat er jaarlijks 400 a 500 arbeidskrachten bijkomen, wat voor soort arbeid er nodig is, dat Burgemeester en Wet houders moeten beoordelen welke industrie voor vestiging acceptabel is, dan vraagt spreker zich af, wat er in het senioren-convent nu eigen lijk nog besproken moet worden. Alleen het krantenbericht over het raadsvoorstel betreffende industrie hallen heeft reeds gemaakt, dat er zich al een gegadigde heeft aange meld. Uit inlichtingen uit andere gemeenten verkregen blijkt, dat het begin altijd het moeilijkste is. Is men eenmaal over het dode punt heen, dan gaat de rest gemakkelijker. Spreker vindt het prettig, dat dit crediet wordt aanvaard, al zal hij misschien het senioren-convent niet voor des illusies kunnen sparen. Overeenkomstig het voorstel wordt besloten. 7. Crediet voorbereiding bouw werkplaats minder-validen. Mevrouw VAN MIERLO dankt het college van Burgemeester en Wet houders voor de voortvarendheid welke het met dit voorstel betoont. De werkplaats voor minder-validen is van groot belang. Er wordt nog al eens om plaatsing gevraagd. De werkplaats kan voor mindervaliden weer een bron van levensvreugde betekenen. Spreekster dringt aan op een goed verantwoorde exploitatie, welke ook nuttig is voor de gemeen schap. De heer BRINKERHOF merkt op dat het voorstel alleen maar gaat over de bouw van een nieuwe werkplaats. Er lagen echter nog andere stukken bij. Zoals een begroting en een balans, welke er zijns inziens niets mee te maken hadden. Spreker juicht het voorstel toe. Zoals bekend is heeft de commissie van advies ontslag genomen. Spreker had gedacht dat Burgemeester en Wethouders hierover iets zouden hebben gezegd.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1955 | | pagina 63