16 MAART 1955 65 9 c. Bijdrage voor recreatie voor ouden van dagen. Overeenkomstig dit voorstel wordt besloten. 10. Schrijven van Regenten Oude-Mannenhuis. De heer WEZENBEEK is dankbaar voor de nieuwe koers, welke zal worden ingeslagen. Hij hoopt, dat de Stichting haar activiteit ook zal uitbreiden over de recreatie voor bejaarden, waarover zo juist gesproken is. Naar zijn mening is de Stichting ook hiervoor juist aangewezen. De heer VERMEULEN merkt op, dat onder een stichting wordt ver staan een kapitaal dat voor een bepaald doel is afgescheiden en waar voor een bestuur is gevormd. Hij vraagt zich af, in hoeverre Burgemees ter en Wethouders en de Raad hier competent zijn. Spreker zou gaarne wat meer willen weten over de Stichtingsakte. De heer RATTINK vraagt of de Raad, aangenomen dan dat deze vol doende competentie heeft, nog iets te zien zal krijgen van een begroting der ter zake te besteden uitgaven en van een rekening der gedane uit gaven. De VOORZITTER antwoordt, dat het Oude-mannenhuis geen stich ting is. Hij kan zich nu niet uitlaten over de juridische vorm van het Oude-mannenhuis. Als instelling van weldadigheid is het Oude-Mannen huis onderworpen aan de bepalingen der Armenwet. Of binnen het raam der bestaande statuten wijziging van het doel mogelijk is, is een interne kwestie. Met de vragenstellers is hij het eens, dat de koerswijziging mo gelijk ook statutenwijziging mee zal brengen. Met zulk een wijziging zijn de Raad, Gedeputeerde Staten en de Kroon gemoeid. Mocht zulk een statutenwijziging nodig blijken, dan zal de Raad daarin moeten wor den gekend. Thans wordt slechts in principe gevraagd of de Raad met een eventuele nieuwe koers kan meegaan. De financiële controle op be groting en rekening blijft toch bestaan. De heer VERMEULEN merkt nog op dat in het prae-advies van Burgemeester en Wethouders het woord „stichting" is gebruikt: vandaal dat hij zijn vraag heeft gesteld. De VOORZITTER zegt dat het vermelden van dit woord onjuist is geweest. Overeenkomstig het voorstel wordt besloten. 11. Voorzieningen speelterrein Ploegstraat. Overeenkomstig dit voorstel wordt besloten. 12. Subsidie woonwagenliefdewerk. De Voorzitter deelt mede, dat dit voorstel door Burgemeester en Wethouders wordt aangehouden. 13. Vervoerskosten art. 126 jo art. 13 Lager Onderwijswet 1920. Overeenkomstig dit voorstel wordt besloten. 14. Benoeming onderwijzeres school Middellaan.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1955 | | pagina 65