I
fl
6 12 JANUARI 1955
financiële verhouding en de vernieuwing van de oude- en uitleg van de
nieuwe stad. jjf
I. Stabiele groei sinds de bevrijding.
Sinds de bevrijding is de stad gegroeid van 82.000 tot 98.000 inwoners
ofwel 16.000 in 10 jaar, of iets minder dan 2°/o per jaar. Deze groei is
niet excessief doch gezond. De verklaring van deze groei is bijna uit
sluitend te zoeken in het geboortecijfer, dat hoewel voor het Zuiden M:
misschien het laagst toch ongeveer gelijk is aan het landelijk gemid
delde. Het migratiesaldo is in het algemeen zwak positief, behalve in m<
1946 en 1947 toen het zwak negatief was. Het migratiecijfer is echter ge
onbetrouwbaar door de invloed van de woningnood en de onnatuurlijke
huurprijsverhoudingen. Ook voor het plaatselijke bestuurlijke beleid is ge
een sanering van de huurprijzen tot natuurlijke verhoudingen uitermate f" nc
belangrijk. dii
br
II. Labiele arbeidsmarkt.
en
Sinds de bevrijding is er een zeer grillige lijn in de werkeloosheidscijfers
waar te nemen: voor de stad Breda is er een schommeling tussen str
99 0/00 en 19 0/00, voor het rayon Breda stad en landelijke omge- pe
ving) ligt deze tussen 79 en 14 O/'OO, voor de provincie tussen 70 en vo
15 0/00 en voor het rijk tussen 54 en 15 0/00.
U ziet een enorm verschil in grilligheid van lijn voor stad, gewest en ge
land. Breda heeft een uitermate labiele arbeidsmarkt; deze labiliteit moet Ui
tot blijvende waakzaamheid manen. ja£
Verheugend is dat de uitvoering van het Krogtenplan inmiddels is ge
opgedragen het betekent een belangrijke stap op de weg van voort- zi(
gezette industrialisatie door bestaande en nieuwe industrieën. da
Gehoopt wordt, dat de Raad in 1955 belangrijke besluiten te nemen en
zal krijgen betreffende het Nijverheidsonderwijs. W
ze
III. Zwevende financiële verhouding. ee
on
De financiële verhoudingen tussen rijk en gemeente zijn nog steeds bc
niet gestabiliseerd, terwijl de gefixeerde uitgaven ver beneden een rede- 19
lijk peil liggen. Wel hebben wij goede hoop, dat 1955 in de onbillijke in;
verhoudingen voor Breda verlichting zal brengen en de uitkeringen uit
het gemeentefonds zullen worden gebaseerd op een verzorgingsniveau, stE
dat vergelijkbaar is met dat van soortgelijke zustergemeenten in den ee:
lande. v lal
ve
IV. Vernieuwing van de oude- en uitleg van de nieuwe stad. dv
nc
In het jaar 1954 werden de eerste belangrijke doorbraken (Lange er
Stallen en Claudius Prinsenlaan) gerealiseerd. Tevens had in het afgelo
pen jaar de vaststelling plaats van de plannen voor de doorbraak Hout- en
markt—Karnemelkstraat en Markendaalseweg—Irenestraat, terwijl nieu- hii
we rioleringen, stratenvernieuwingen en verbetering in de straatverlich- on
ting werden aangebracht. Hopelijk zal in 1955 het volledig uitgewerkte ke
verkeersschema voor de oude stad bij de Raad ter tafel komen.
Wat de uitleg van de nieuwe stad betreft bracht het jaar 1954 grote ge
bouwactiviteit in Boeimeer en de Liniestraat, terwijl straten- en plant- we
soenaanleg op grote schaal plaats vonden. In het jaar 1955 zal hopelijk hc
begonnen worden met een grootscheepse bouw in Brabantpark. Tevens
is er het streven om in 1955 het gehele gebied van de stad met uitbrei
dingsplannen te bedekken. or