72
16 MAART 1955
25. Uitgifte in erfpacht grond N.V. Machinefabriek Fred. A. Schuu-
rink.
26 a. Schadevergoeding aan J. G. M. Rombouts.
b. Schadevergoeding aan P. A. Snijders.
27. Regrotingswijzigingen.
Overeenkomstig deze voorstellen wordt besloten.
28. Gemeenterekening en rekeningen van takken van dienst 1953.
Overeenkomstig het advies der commissie wordt besloten tot
voorlopige vaststelling van de gemeenterekening en de rekenin
gen van de takken van dienst over 1953.
29. Rekening-courant met „De Baronie van Breda".
30. Geldlening groot 750.000,
Overeenkomstig deze voorstellen wordt besloten.
31. Aanschaffing vrachtauto voor Openbare Werken.
De heer VERMEULEN wil nogmaals vragen de restantwaarde van
de oude auto in mindering te brengen van het crediet. Het is meerdere
malen gebleken, dat de oude auto in gebruik bleef, nadat reeds een
nieuwe was aangeschaft. Dit brengt onnodige hoge kosten met zich mede.
De VOORZITTER antwoordt, dat hiermede in de toekomst rekening
zal worden gehouden. Burgemeester en Wethouders overwegen echter
een ander methode voor de financiering van dienstauto's in te voeren.
32 a. Wijziging bezoldigingsreglement ambtenaren.
b. Regeling 6°/o salaris- en loonsverhoging.
33. Bezoldiging ambtenaren van de Burgerlijke Stand.
34. Verbouwing Oude-mannenhuis.
De heer MOL spreekt zijn waardering uit over deze verrassing van
Burgemeester en Wethouders in de culturele sector. Hij juicht het voor
stel van harte toe. De verbouwing zal in een behoefte voorzien, waarom
Breda reeds jaren vraagt. Thans is het zo, dat vele tentoonstellingen
Breda passeren. Het gebouw krijgt nu een prentenkabinet, een tentoon
stellingszaal voor schilderijen, een gelegenheid om beeldhouwwerken te
exposeren. Dit gebouw voldoet aan alle eisen. Hij dankt het College
voor zijn voortvarendheid.
De heer MENDES sluit zich aan bij de woorden van de heer Mol. Hij
wenst het College geluk met het genomen besluit. Hij hoopt echter,
dat door dit besluit andere plannen van het College op dit gebied niet
worden gedwarsboomd.
Mevrouw VAN MIERLO verzoekt het gebouw alleen te bestemmen
voor tijdelijke exposities en niet voor permanente.