16 MAART 1955
73
Wethouder STUBENROUCH zegt, dat ook hij blij is met deze expo
sitieruimten. Het is niet de bedoeling dat er een statisch museum komt.
De heer BRINKERHOF merkt op, dat in de Bouwcommissie is gezegd,
dat de grote zaal ook bestemd is voor lezingen e.d.
Overeenkomstig deze voorstellen wordt besloten.
35. Erfpacht van grond aan de firma Snellen en Slootmans.
Wethouder JONGBLOED zegt, dat de Bouwcommissie met het voor
stel accoord gaat. De erfpachtscanon is hoger dan oorspronkelijk is mede
gedeeld. Belanghebbenden gaan hiermede accoord.
Mevrouw VAN MIERLO vraagt hoe de materialen der firma worden
opgeborgen. Indien steigerpalen verticaal worden opgeslagen is dit een
minder fraai gezicht.
De heer VAN DEN EEDEN sluit zich bij de woorden van Mevrouw
van Mierlo aan.
Wethouder JONGBLOED antwoordt, dat de wijze van het opslaan der
materialen hem niet bekend is. Hij zal dit nog in het College bespreken.
Hierna wordt overeenkomstig het voorstel besloten.
36. Verkoop van grond aan F. A. J. Smits.
37. Hypothecair crediet bouw winkel-woonhuis.
Overeenkomstig deze voorstellen wordt besloten.
38. Verhuur 2 lokalen aan de R.K. Openbare Leeszaal.
De heer BRINKERHOF zegt, dat in de vergadering van 6 October
aan de R.K. Openbare Leeszaal een belangrijk subsidie is verleend. In
de toelichting bij dit voorstel is gesproken over de ruimte voor de cen
trale plattelandslectuurvoorziening. Er zou voor deze centrale voldoende
ruimte zijn in het gebouw aan het van Coothplein nadat het pand van
Vermeeren hierbij getrokken zou zijn. Er is een belangrijk tekort aan
lokalen in de gemeente b.v. voor het kleuteronderwijs. De lokalen zou
den ook een noodoplossing hebben kunnen betekenen als paviljoen voor
bejaarden. Hij betreurt het, dat hiermede geen rekening is gehouden.
Wethouder STUBENROUCH antwoordt dat de heer Brinkerhof enigs
zins abuis heeft. Het pand Vermeeren is niet gekocht met crediet van
de gemeente. In het hoofdgebouw is een complex van zalen noodzakelijk
voor het uitlenen en laten lezen van boeken. Bovendien is er ruimte
nodig voor de voorziening der filialen van de bibliotheek. De instelling
voorziet ook het omliggende platteland van lectuur. Bij de opzet van het
plan is er altijd van uitgegaan dat het depót van de centrale elders zou
komen te liggen. De thans te verhuren lokalen zijn voor dit doel uiter
mate geschikt. Wat de door de heer Brinkerhof gedachte noodoplossin
gen betreft is spreker van mening, dat Burgemeester en Wethouders
liever definitieve oplossingen zien.
Overeenkomstig dit voorstel wordt besloten.