74 16 MAART 1955 39. Schrijven inzake Ethnografisch Museum. Dit schrijven wordt voor kennisgeving aangenomen. 40. Verhuur Kwattafabriek. Overeenkomstig dit voorstel wordt besloten. Wethouder ROMSOM zegt, dat het Restuur van de Burgerlijke Instel ling voor Maatschappelijke Zorg in verband met de herdenking van de bevrijding besloten heeft iets extra's te doen voor de verzorgden. Dit kost 5000,Hiervoor wordt geen speciaal bedrag op de begroting gebracht. Mocht de raming niet voldoende zijn, dan zal te zijner tijd de begroting worden gewijzigd. De heer VERMEULEN vraagt hoe groot de extra uitkering is. Wethouder ROMSOM antwoordt dat dit 25(l/o is van het normale bedrag. De Raad gaat met het voorstel accoord. Wethouder MEIJS zou gaarne op de vraag van Mejuffrouw Koppelaar, gesteld in de laatstgehouden vergadering mondeling antwoorden. Bij het eerste bezoek van de Technisch-Hoofdambtenaar Adank aan Mevrouw Vermeulen-Hamel werd deze aan de deur te woord gestaan door een dochter van Mevrouw Vermeulen, waarbij hem te kennen werd gegeven geen moeite te doen om de grond aan te kopen, daar niet tot verkoop zou worden overgegaan. Aan genoemde dochter werd daarop medegedeeld, dat de bedoelde grond is begrepen in een goedgekeurd onteigeningsplan en dat een be spreking hieromtrent raadzaam zou zijn. Bij het tweede bezoek is een bespreking gevoerd met Mevrouw Ver meulen-Hamel. Deze bespreking ging met enige moeilijkheden gepaard, omdat Mevrouw Vermeulen doof is en de dochter zich niet in het ge sprek wilde mengen. Mevrouw Vermeulen wenste een gedeelte van het te onteigenen per ceel te behouden, doch hieromtrent kon door de ambtenaar geen beslis sing worden genomen. Van een afspraak om terug te komen is geen sprake, omdat de be spreking niet vruchtbaar was. Hierop is voor de grond de prijs geboden, zoals is getaxeerd door de Centrale Commissie voor de onteigenings-vergoedingen. Het Gemeentebestuur heeft dit aanbod schriftelijk herhaald, waarop geen antwoord werd ontvangen. Eerst daarna is deze zaak in handen gegeven van Mr van Wijmen, welke een gerechtelijk exploit heeft doen uitbrengen. Rondvraag. De heer VAN BIJNEN zegt, dat er bij de onderhandelingen over aan koop van gronden uitlatingen worden gedaan, welke als toezeggingen kunnen worden uitgelegd. De ambtenaar, die met de onderhandelingen belast is, zal hieraan weinig of geen schuld hebben; doch de andere partij zal meestal trachten de woorden van de ambtenaar uit te leggen in haar eigen voordeel. Hij zal het aanbevelingswaardig vinden, als na een bespreking het besprokene schriftelijk wordt vastgelegd. Bovendien zal bij zulke onderhandelingen de uiterste voorzichtigheid dienen te worden betracht.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1955 | | pagina 74