11 MEI 1955 99 8 b. Het stichten van een complex van 44 woningen en 12 garages. De heer LOSSEZ vraagt naar de bestemming en de huurprijs van deze woningen. Wethouder JONGBLOED zegt dat de woningen door een bouwver eniging worden gebouwd en de huurprijs van de woningen hem mits dien niet bekend is. De heer VAN BOXTEL merkt op dat een dergelijk antwoord reeds meerdere malen is gegeven. Hij verzoekt B. en W. om in de toekomst, als een aanvrage van een bouwvereniging tot het verlenen van voor schotten en bijdragen ingevolge de woningwet in behandeling komt, de raad enig inzicht te geven in de huurprijs van de te bouwen woningen. Wethouder JONGBLOED deelt mede, dat de Baad in deze mogelijk wel tegemoet kan worden gekomen. Hij merkt echter op dat men aan de cijfers weinig zal hebben. De huurprijs kan aan de hand van de teke ningen niet beoordeeld worden. Er is nu eenmaal behoefte aan alle soorten woningen en elk bouwplan dat binnenkomt wordt met graagte aangegrepen. De vaststelling van de huurprijs is uiteindelijk een reken sommetje, dat opgesteld kan worden als de grondprijs, de bouwkosten en de annuiteit bekend is. Spreker zegt te -willen nagaan wat hij in deze kan doen om de Raad tegemoet te komen. De heer VAN BOXTEL meent dat de wethouder hel met hem eens zal zijn, dat het bij de beoordeling van bouwplannen van belang is te weten, welke soort woningen, d.w.z. van welke huurprijs, er gebouwd gaat worden. Er worden huizen van allerlei huurprijs gebouwd. Op een gegeven ogenblik kan het best gebeuren dat er voldoende huizen van een bepaalde huurklasse zijn en dat het beter is, dat er huizen van een andere huurklasse gebouwd worden. Spreker acht het daarom nodig dat de Raad geïnformeerd is omtrent het huurniveau van de te bouwen wo ningen. De heer BRINKERHOF zegt, dat de ingediende plannen een raming van kosten geven. Wordt de raming overschreden dan zal het Ministerie al of niet goedkeuren. Na de goedkeuring stelt de Minister de huurprijs vast. Bij het opstellen van de plannen kunnen derhalve nog geen huur prijzen worden medegedeeld. Wethouder JONGBLOED is het met de heer Brinkerhof eens. Er is echter wel een exploitatieopzet waaruit de geraamde huurprijs blijkt. Spreker benadrukt dat er onderscheid gemaakt moet worden tussen een bouwplan van de gemeente en van een bouwvereniging. Bij de beoor deling van de plannen van een bouwvereniging is de Raad niet zo com petent als wanneer de gemeente zelf bouwt. De bouwverenigingen zijn zelfstandige lichamen aan wie overgelaten moet worden wat in hun systeem het beste past. Spreker wil echter gaarne zien of hij de Raad tegemoet kan komen. Hierna wordt het voorstel aangenomen. 9. Het verlenen van subsidie aan de Vereniging voor Veilig Verkeer Breda. e.o. De VOORZITTER deelt mede, dat dit agendapunt in behandeling zal komen als Wethouder Meijs aanwezig is.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1955 | | pagina 99