10
11 JANUARI 1956
De heer BRINKERHOF zegt het volgende.
Mijnheer de Voorzitter, namens ons college zeg ik U dank voor al
datgene wat U ons zoëven hebt medegedeeld. Onze wensen gaan uit
naar U en Uw gezin voor het jaar dat voor ons ligt. Ook naar de Wet
houders en de Secretaris gaan deze wensen uit. Moge U allen de kracht
geschonken worden om het omvangrijke werk, dat ook dit jaar van U
zal worden gevraagd, te kunnen volbrengen.
Ook brengen wij onze beste wensen aan de heer Van Houten, die on
tijdig zijn geliefd werk als Wethouder moest neerleggen, overtuigd zijnde,
dat hij nog steeds met het wel en wee van onze stad medeleeft.
De Hoofden van diensten en hun staf van ambtenaren en werklieden
betrekken wij tevens in onze dank en wensen.
Ook de ingezetenen en zij, die in het bijzonder hebben bijgedragen in
de bloei van onze gemeente, onze gelukwensen.
Mijnheer de Voorzitter, U heeft bet vele wat in 1955 tot stand werd
gebracht en nog in voorbereiding is, de revue laten passeren; in her
haling te treden heeft geen zin, wij kunnen met Uw College trots zijn op
datgene wat tot stand werd gebracht.
Ook de tegenslagen bleven niet uit, met droefheid herdenken wij het
ongeval waarbij vier medewerkers het leven lieten, moge God hun allen
genadig zijn en hun weduwen en wezen troost schenken om het grote
leed te kunnen dragen.
Mijnheer de Voorzitter, wanneer wij onze blik terug slaan naar de be
groting van 1955, toen bij de behandeling hiervan een min of meerdere
mineur-stemming heerste en wij zien thans hoe er een uitkomst kwam,
een uitkomst waardoor die begroting toch nog sluitend was, dan is er
reden om deze mineur-stemming in vreugdestemming te doen overgaan.
De lange reeks jaren van armlastig te zijn geweest is door beleid en
volharding bekroond geworden.
Door de intrede van de 100.000ste inwoner, waardoor een mijlpaal in
de geschiedenis van onze stad werd geslagen, was en is reden tot juichen
en feestvieren; ondanks het minder gunstig weer leefden heel Breda en
ook de randgemeenten mede. Naar de jonggeborene gaat onze welkomst
groet en naar de gelukkige ouders onze welgemeende felicitatie. Moge
het Wilhelmina gegeven zijn de 150.000ste te mogen begroeten.
Mijnheer de Voorzitter, ik wil eindigen met de hoop uit te spreken, dat
door eendrachtig samen te werken dit jaar een vruchtbaar jaar moge
worden en vraag hiervoor aan God Zijn onmisbare zegen.
2. Notulen.
De heer SONDERMEIJER vraagt de vaststelling van de notulen der
begrotingsvergaderingen aan te houden tot de volgende vergadering.
De Raad gaat hiermede akkoord.
De notulen van de vergadering van 14 december 1955 worden onge
wijzigd vastgesteld.
3. Ingekomen stukken.
De stukken genoemd onder a t/m j worden gesteld in handen van
Burgemeester en Wethouders voor het uitbrengen van preadvies.
De stukken genoemd onder 4a t/m h en j worden voor kennisgeving
aangenomen.
4 i. Goedgekeurde en verdaagde besluiten.
Goedgekeurde besluiten.