B.L.O. vakbe- iroons- voor- :rk in ;elijke hij bij de fi- vast- oorts drage Het 1 niet n ten spre- iester elijke 1 ge- uden celijk bur- ntter Uw eren. gaat heid rden roor- lrist. 3UW. zaak d te lenis ge- erk- l er iter, lijke ken ons oor van uw. 11 APRIL 1956 111 Wanneer we de lijn doortrekken zou het mogelijk kunnen zijn dat hier tussen U en de pastoor der kerk conflicten ontstaan. Het subsidie dat U wilt verlenen Mijnheer de Voorzitter, bedraagt ruim 100.000.— Zijde lings wordt dit gemotiveerd, dat uit stedebouwkundig oogpunt het bou wen van een toren wenselijk is. Ware het vanuit een beleidsoogpunt bezien niet verstandiger geweest, wanneer in overleg met het kerkbe stuur de toren voor gemeenterekening zou worden gebouwd en eigendom van de gemeente zou zijn gebleven? Een voorstel in deze geest zou voor iedereen acceptabel zijn geweest en de gehele Bredase gemeenschap zou dit als een verrijking van de stedebouwkundige schoonheid der stad kunnen aanvaarden. Buitendien Mijnheer de Voorzitter, heb ik tegen de wijze waarop Uw college dit voorstel aan de Raad doet, practische bezwaren. De Raad krijgt eigenlijk maar twee cijfers: de totale bouw kosten en het percentage der subsidie van 20. Het is mij onmogelijk na te gaan of de genoemde bedragen in evenredigheid zijn met wat redelijkerwijs aan kosten voor het bouwen van een kerk vereist is. De aan de Raad verstrekte gegevens zijn te summier om zelfs maar een globaal oordeel te kunnen vormen omtrent de gevraagde sommen. Maar zoals gezegd Mijnheer de Voorziter, is dit materieel bezwaar niet het belangrijkst. Voorop staat voor mij dat de kerk en de kerkelijke gemeen schap geheel onafhankelijk van de burgerlijke overheid haar primaire taak dient te vervullen. Hetzelfde in beleidsopzicht verwacht ik van Uw college. Nu uit Uw voorstel blijkt dat Burgemeester en Wethouders hier anders over denken, zie ik mij genoodzaakt, Mijnheer de Voorzitter, mijn stem aan Uw voorstel te onthouden. De heer VERMEULEN meent dat het goed is eveneens mededeling te doen van het standpunt van de grootst mogelijke meerderheid van zijn fractie. Spreker wil beginnen met de opvatting van de heren Toxo- peus en Samson als zou de overheid ten deze geen taak hebben te be strijden. De bevordering door de overheid van het algemeen welzijn beperkt zich niet alleen tot materiële zaken doch bestrijkt ook geestelijk terrein. Het zou uiteraard wenselijk zijn als geen beroep op de overheid zou behoeven te worden gedaan. De omstandigheden brengen echter mede dat dit noodzakelijk is geworden, omdat het anders niet wel mo gelijk is kerken te stichten. Spreker wil gaarne mededeling doen van de opvatting van een humanist over deze vorm van subsidiëring. In het orgaan van het humanistisch verbond „Mens en Wereld" zet Prof. Dr. K. v. d. Berg dit standpunt als volgt uiteen: „Hieruit vloeit onmiddellijk het recht en de plicht van de overheid voort om overal alle genootschappen, waarin gelijkgezinden ten aanzien van deze hoogste goederen verenigd zijn (indien nodig) te steunen, opdat zij hun hoge taak op aanvaardbare wijze zullen kunnen verrichten. Het is hierbij uiteraard onverschillig of deze gelijkgezindheid bestaat ten aanzien van een godsdienstige, van een pantheistische, dan wel van een humanistische overtuiging. Zodra dit laatste niet wordt aanvaard, is godsdienst weer regeringszaak geworden in de ontoelaatbare vorm van dit gezegde". Ik ben dan ook van mening, dat het op de weg van Uw gemeentebestuur ligt subsidies aan enig kerkgenootschap of enige andere „levensbeschouwelijke" vereniging te verlenen, wanneer blijkt dat van de lidmaten in gemoede niet kan worden verlangd dat zij de geldelijke lasten, welke redelijkerwijze nodig zijn, zelf volledig dragen. Het hoogste geestelijke goed van onze medemens moet ons dit offer gaarne doen dragen, ook als ons eigen geestelijk goed een ander is. De onverdraagzame, die in het bezit van de enige eeuwige waarheid meent te zijn, zal dit standpunt wellicht niet kunnen aanvaarden. Dit mag voor de verdraagzame geen reden zijn anders te handelen dan zijn plicht hem voorschrijft. De in de laatste tijd veelbesproken gemeentelijke sub-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1956 | | pagina 111