112 11 APRIL 1956 sidies aan kerkgenootschappen acht ik dus in beginsel alleszins verdedig baar. Staatsrechtelijk zijn ze stellig aanvaardbaar. Ze zijn met generlei wettelijke bepaling of staatsrechtelijk beginsel in strijd. De scheiding van kerk en staat wordt er niet door geraakt. Vervolgens wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkom stig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. De heren Samson, Bliek en Toxopeus wensen aantekening te hebben tegengestemd. 21. Diverse aankopen. 22. Diverse verkopen. 23. Het aangaan van een ruiling van grond met H. A. A. Struycken. 24. Het toekennen van schadeloosstelling wegens voortijdige uit de pachtneming van grond. 25. Vaststelling exploitatieberekening voor het industrieterrein in de Krogten. 26. Krediet voor verbouwing van het gemeentehuis. 27. Vaststelling van begrotingswijzigingen. 28. Het aangaan van een geldlening. De Raad besluit overeenkomstig deze voorstellen. 29. Het aangaan van een overeenkomst met de N.V. Waterleiding maatschappij „Noord West Brabant" inzake de overname van een ge deelte van het aandelenkapitaal van die maatschappij. De heer BASTIAANSEN zou gaarne nog een korte toelichting op het laatste deel van het preadvies vernemen Hij vraagt zich n.l. af, of het de bedoeling is obligaties te verstrekken inplaats van aandelen. Wethouder MEIJS antwoordt, dat de lening, welke door de N.V. Brab. Waterleidingmaatschappij wordt verstrekt, is bedoeld om de aan delen vol te storten. Dit geschiedt met alle aandelen. Op een desbetreffende vraag van de heer VAN DEN EEDEN ant woordt Wethouder MEIJS dat de lening renteloos is. De heer LOSSEZ wijst op enige cijferonnauwkeurigheden in het voor stel. Hierna wordt overeenkomstig het voorstel besloten. 30a. Het verstrekken van een eerste hypothecaire geldlening op een woonhuis. Dienovereenkomstig wordt besloten. 30b. Het verstrekken van een eerste hypothecaire geldlening op een winkelwoonhuis annex werkplaats.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1956 | | pagina 112