11 JANUARI 1956
11
Datum raadsbesluit:
Agendanr.:
Datum besluit Gedeputeerde
Staten:
12 oktober 1955
4
30 november 1955,
G.
nr.
28789J
12 oktober 1955
4
30 november 1955,
G.
nr.
28790J
16 november 1955
6
7 december 1955,
G.
nr.
31972
16 november 1955
23a
14 december 1955,
G.
nr.
31601
16 november 1955
23b
7 december 1955,
G.
nr.
31973
16 november 1955
7a
7 december 1955,
G.
nr.
31904
16 november 1955
22i
30 november 1955,
G.
nr.
31471
16 november 1955
22h
30 november 1955,
G.
nr.
31475
Dat. besl. B. en W.:
Agendanr.:
Datum besluit Gedeputeerde
Staten:
23 oktober 1955
4816
30 november 1955,
G.
nr.
30250
Verdaagde besluiten.
Datum raadsbesluit: Agendanr.:
11 mei 1955 3
Datum besluit Gedeputeerde Staten:
30 november 1955, G. nr. 1751 IJ
5 a. Invoering rioolbelasting.
De heer VERMEULEN zegt, dat hij het volkomen eens is met de
stellingen, welke Burgemeester en Wethouders bij Gedeputeerde Staten en
Binnenlandse Zaken hebben aangevoerd tegen de invoering van een riool
belasting. Hij betreurt het, dat hier bij genoemde instanties geen begrip
werd getoond. Spreker vindt het jammer, dat men thans moet afstappen
van de wijze van handelen gedurende vele jaren. Hij acht de wijze van
heffing van de rioolbelasting niet overeenkomstig de rechtvaardigheid.
Gemakshalve is deze belasting geïncorporeerd in de straatbelasting.
Spreker kan niet zien, in hoeverre in de heffing enige progressie zit. Er
is nu eenmaal een groot verschil tussen de hoeveelheid vuil water welke
van een normaal gezin afkomstig is en de hoeveelheid vuil water, welke
bepaalde industrieën afgeven. Hij vraagt zich af of deze verdeling wel
de meest aantrekkelijke is.
Hoewel het natuurlijk geen zin heeft zich tegen de invoering van de
belasting te verzetten, meent hij, dat hij dit toch in het openbaar moet
verklaren.
De heer TOXOPEUS zegt het roerend eens te zijn met de heer Ver
meulen. In het voorstel heeft spreker iets gelezen over de belastingplicht
van eigenaars of gebruikers. Spreker zou gaarne weten, wie nu eigenlijk
de belasting moet betalen, de toevallige/eigenaar of degene, die het genot
heeft van de riolering in casu de gebruiker. Is het bovendien wel juist
het tekort, dat de gemeente heeft, te laten betalen door een bepaalde
categorie van de burgerij?
Wethouder MEIJS antwoordt, dat hij het eens is met de heer Vermeu
len voor zover betreft de houding ten opzichte van Gedeputeerde Staten
en Binnenlandse Zaken. Dit is trouwens in het voorstel reeds tot uit
drukking gekomen. Men zou nu kunnen beginnen met een heffing van
meer- of minderbelasting naar de mate van de vervuiling welke een ge
volg is van de werkzaamheden in een bedrijf. Of dit verstandig is, is
een andere vraag. Bij Gedeputeerde Staten zit duidelijk de intentie voor,
iedere eigenaar te laten meebetalen. Als voorbeeld haalt spreker het
invoeren van de rioolbelasting in Oosterhout aan, waar de oorspronkelijke
goot- en rioolbelasting was omgezet in een straatbelasting, doch waar
Gedeputeerde Staten nu ook een afzonderlijke rioolbelasting eisen. Spre
ker vindt het beter nu maar te doen, wat bevolen wordt. Wanneer de
gemeente te zijner tijd meer de vrije hand krijgt, dan kan een eventuele
progressie nog worden bezien.