120 27 APRIL 1956 de Raad voorgesteld een hal te bouwen voor 160.000,Deze hal had een oppervlakte van 1000 m2. Dit besluit van de Raad is met enige op merkingen van Gedeputeerde Staten teruggezonden. Toen nu de huis vesting van de U.T.S. ter sprake kwam is deze hal gebruikt om de U.T.S. hier te halen. Binnenkort kan nu weer een voorstel worden verwacht om een nieuwe hal te bouwen. Spreker wil de cijfers die de heer Vermeulen heeft genoemd enigszins corrigeren. De hal kost in totaal 291.000,-. In dit bedrag zit 30.000,- voor de grond, 35.000,voor speciale inrichting voor de U.T.S. en ruim 30.000,voor de centrale verwarming. Trekt men deze bedragen af van 291.000,dan resteert een bedrag, dat gezien de grotere op pervlakte van deze hal niet veel verschilt met de kosten van de eerste hal. In financieel opzicht ligt de zaak wel rond. In het tijdsvak van 6 jaren, gedurende welke de U.T.S. wel zal huren zullen de 33.000,- wegens bijzondere voorzieningen zijn terugbetaald en houdt de gemeente de naakte hal over. Burgemeester en Wethouders zullen met een ren dabel huurvoorstel komen. Wat er na de verhuizing van de U.T.S. met de hal gebeurt is nog niet te voorspellen, doch het ligt voor de hand, dat zij verhuurd wordt aan de industrie. Spreker kan niet garanderen, dat deze huur volledig rendabel zal kunnen zijn. Spreker is erkentelijk voor de lof die de heer Bastiaansen het college van Burgemeesters en Wethouders en de dienst van Openbare Werken heeft toegezwaaid. Er is inmiddels ook een brief ingekomen van het U.T.S.-bestuur, waarin dit dankt voor het plan. Met de heer Vermeulen is hij het eens, dat een te snelle werkmethode gevaar voor onvoldoende voorbereiding medebrengt. Hij wil er echter wel op wijzen, dat de zaak in het college van Burgemeester en Wethouders zo degelijk mogelijk is voorbereid. De Bouwcommissie heeft eenstemmig haar instemming met het voorstel betuigd. Spreker wijst er op, dat als nu niet snel een beslis sing zou worden genomen gevaar bestaat dat zich complicaties zullen voordoen. In de gemeente Emmen is eenzelfde voorziening getroffen, waarover een ieder, ook de Inspecteur van het Nijverheidsonderwijs, enthousiast is. Spreker heeft niet willen zeggen, dat van hogerhand is gesteld, dat de U.T.S. niet in Breda zou worden gevestigd als zij 1 september niet kan beginnen, doch het is zo, als de U.T.S. 1 september niet begint, dat men dan weer een jaar moet wachten. Bovendien wijst spreker er op, dat de gehele bouwbeweging op het gebied van het onderwijs zeer zwaar belast is. Plaatsing op de urgentielijst is uitermate moeilijk. Thans is het mo gelijk om een solide gebouw te plaatsen, waarin de U.T.S. kan worden ondergebracht. Ten aanzien van de opmerkingen van de heer Minderhoud merkt spreker op, dat met het systeem Pannekoek in Noord-Brabant nog niet door andere aannemers is gewerkt. Hij weet dat in Tilburg met dit systeem gunstige resultaten zijn bereikt. Het systeem is goedkoop en snel. De afschrijving van de centrale verwarming in 20 jaren is niet te lang. De technische dienst gaat hiermede volkomen akkoord. In het krediet is inderdaad geen post opgenomen voor een rijwielbergplaats. Deze kan echter worden gecombineerd met zulk een bergplaats behoren de bij een sportterrein in de omgeving. Uit de terzake gevoerde onderhandelingen is gebleken, dat Gedepu teerde Staten tegen de post ad 10.000,voor groenvoorziening nog bezwaren hadden. Spreker stelt daarom voor het krediet te splitsen in 281.000,voor de bouw van de hal en 10.000,— voor de groen voorziening. Kunnen de bezwaren van Gedeputeerde Staten niet worden overwonnen, dan behoeft de gehele zaak niet te worden getraineerd. Wethouder STUBENROUCH zegt naar aanleiding van de vraag van

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1956 | | pagina 120