134 9 MEI 1956 afwijkt van de aanvrage van het desbetreffende schoolbestuur. In het preadvies wordt voorgesteld conform de ontwerp-besluiten medewerking te verlenen. Spreker verzoekt of medewerking wordt verleend overeen komstig de aanvrage of met inachtneming van de' opmerking van de inspectrice. Wethouder STUBENROUCH zegt dat bedoeld is medewerking te verlenen overeenkomstig de aanvrage van het schoolbestuur. Hierna wordt overeenkomstig het preadvies besloten. 11 a. Het opschorten van het ontslag van de heer J. Beesems. 11 b. Het verlenen van eervol ontslag aan F. P. M. Herben. De Raad besluit overeenkomstig deze voorstellen. 12. Verzoeken van schoolbesturen om medewerking op grond van art. 72 der L.O.-wet 1920. De heer RATTINK wil gaarne spreken over de aanvrage vermeld onder a van het voorstel. Hij wil eerst echter een kort preludium geven. Spreker zegt een vergadering van de onderwijscommissie te hebben aangevraagd tegen maandag 5.30 uur j.l. Hij is echter ziek geworden, zodat de vergadering niet is doorgegaan. Dinsdag d.a.v. heeft hij zich in verbinding trachten te stellen met de wethouder van onderwijs. Deze was echter afwezig zodat de heren de Werd en Kievits van de secretarie hem de zuivere onderwijsaspecten van de zaak hebben medegedeeld. Blijkens de aanvrage moet de toegang tot de lagere scholen in de St. Janstraat worden verbeterd. De kamer van het hoofd heeft te weinig licht en de ingang van de poort is te nauw. Hij kan niet inzien dat deze poort te nauw is. Hij heeft geconstateerd dat bij het uitgaan van de school de poort geen opstoppingen geeft. Volgens spreker is de motive ring niet juist. Voorts was bij de aanvrage niet overgelegd een verklaring van het schoolbestuur dat het bereid is 15°/o van de kosten als waarborg som in de gemeentekas te storten. Er is waarschijnlijk van uitgegaan dat het hier verandering van inrichting betreft, hetgeen inhoudt dat de bestaande toestand blijft. Volgens spreker is dit zeker niet het geval. De kosterswoning verdwijnt en ook het pand van de Meijer-stichting wordt gesloopt. Er is volgens spreker hier sprake van een verbouwing of uitbreiding. De grond is geen eigendom van het schoolbestuur zodat overdracht moet plaats heb ben. Spreker meent dat door het verbreden van de toegang de normale eisen aan het geven van lager onderwijs te stellen worden overschreden. Ondanks het feit dat spreker meent dat hij op een glibberig terrein zal komen deelt hij mede dat hij bij de stukken niet heeft aangetroffen het advies van de dienst van openbare werken met een uitgewerkte raming van kosten. Dit onderdeel behoort wel tot de competentie van Burgemeester en Wethouders, doch hij had het prettiger gevonden, mede in verband met het budgetrecht van de Raad, indien deze stukken zouden zijn overgelegd. Bij het inkijken van de stukken heeft hij gezien dat het parochieel centrum eveneens gaat verbouwen. Spreker vraagt of er enig verband is tussen de plannen van het parochieel centrum en het verbre den van de poort. Er zal woonruimte aan zijn bestemming worden ont trokken. Hij vraagt of Burgemeester en Wethouders hiervoor al toestem ming hebben verleend en wie er voor nieuwbouw zal zorgen. Voorts had spreker gaarne gezien dat de aanvrage, in verband met de in de wet gestelde termijn, vroeger in de Raad was gekomen. Het

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1956 | | pagina 134