11 JULI 1956 163 van het uitzicht niet kan worden gesproken. M.i. wordt het hier wel een ernstige aantasting van het uitzicht. Het is Uw goed recht het niet eens te zijn met adressanten, dat door de bouw van het gymnastieklokaal en de aanleg van een sportveld niet veel ruimte overblijft voor park en plantsoen en hun op grond hiervan niet ontvankelijk te verklaren in hun bezwaren. Dit laatste, dus dat er niet veel plaats overblijft voor park en plantsoen moet U niet zien als het zwaarste argument, maar meer als een bezorgd heid dat dit gedeelte van het uitbreidingsplan ontsierd gaat worden. Het bezwaar gaat eerst en vooral tegen de bouw van het gymnastieklokaal op deze plaats. Verder moet U het zo zien dat de bewoners van boven genoemde straten geen bezwaar hebben tegen de bouw van een gym nastieklokaal, zij zien evengoed de harde noodzaak hiervan in, maar nogmaals gaat hun bezwaar tegen de bouw juist op de plaats aange geven op de tekening. Verder zegt U, Mijnheer de Voorzitter in Uw preadvies, dat door de realisatie van de bijzondere gebouwen geen waar devermindering van de huizen zal ontstaan. Hierover moet ik ook van mening verschillen met Uw College. De bewoners van de Witte de With- weg hebben 14°/o meer moeten betalen en dit blijft volgens U, bij de uitvoering van dit plan gerechtvaardigd. Ik vraag mij af: Op grond waarvan? Door de belemmering van het uitzicht? Dat adressanten niet ontvankelijk zijn in hun bezwaren tegen het ri oolgemaal ben ik met U eens. Daar gaat het bezwaarschrift ook niet over. Dit is terloops in dit schrijven even opgemerkt. Ik zou Uw college in overweging willen geven, dit stuk van de agenda te willen aanhouden ten einde uit te zien naar een geschikter plaats om dit gymnastieklokaal te laten bouwen, om zodoende de zich miskocht voelende bewoners tevreden te stellen, die door toepassing van een ze kere tactiek de dupe zouden worden. De betrokken bewoners zouden Uw College en de raad hiervoor zeer dankbaar zijn. Ik dank U". De Heer SONDERMEIJER zegt, dat hij en zijn fractie het eens zijn met de woorden van de Heer Kools. De grond, waarop het gymnastiek lokaal zal worden gebouwd was oorspronkelijk bestemd voor passieve recreatie. Het voorstel is teleurstellend voor de bewoners. Spreker on dersteunt het voorstel van de Heer Kools. De Heer VAN DEN EEDEN is het ook eens met de Heer Kools. Volgens spreker is hier wel degelijk sprake van een subjectieve waarde- verminderir.v van de huizen in die buurt. De grond is door de bewoners gekocht met het oog op de aanwezigheid van een park. Hoewel spreker inziet, dat een gymnastieklokaal in de buurt nodig is vraagt hij de plaats hiervoor nog eens te bezien. De VOORZITTER antwoordt, dat een wijziging van een uitbreidings plan steeds bepaalde rechten aantast. Daarvoor is de ingewikkelde proce dure van herhaalde ter visie legging, goedkeuring en hoger beroep nood zakelijk. Rij elk uitbreidingsplan moeten de openbare belangen worden afgewogen tegen de bijzondere belangen. Waar in het vigerende plan de grond gedeeltelijk bestemd was voor passieve recreatie komt nu een ge bouw voor actieve recreatie. De afstand tot de huizen aan de Witte de Withweg is ongeveer '6fr"m. In deze strook is een sportterrein geprojec teerd. Dit was ook al in het tegenwoordige plan. Het plan voorziet in de aanleg van veel gazon en groen. Over de bouw van het rioolgemaal meent spreker niet te behoeven te spreken, omdat dit reeds in het oude plan was geprojecteerd. Spreker geeft toe, dat er van een subjectieve waardedaling van de wo-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1956 | | pagina 163