8 AUGUSTUS 1956
185
mate theoretische kennis. Misschien zal spreker de agrarische belangen
wel primair stellen. Hij wil er niet over uitweiden dat de K.V.P. bezwa
ren heeft tegen zijn toelating als raadslid. Spreker verwacht dat Burge
meester en Wethouders en de Raad begrip zullen hebben voor het feit,
dat hij nog vreemdeling is in Jeruzalem. Het getal agrariërs wordt steeds
kleiner in Breda. De agrariërs voelen, dat het getal hunner vertegen
woordigers in de Raad te klein is/. Spreker hoopt dat God hem de kracht
mag geven voor een goede behartiging der sociale en geestelijke belangen
der burgers.
De heer BASTIAANSEN zegt het volgende:
Mijnheer de Voorzitter,
In verband met de zo juist plaats gehad hebbende beëdiging van het
nieuwe raadslid de heer Lauwerijssen, wil ik namens de fractie van de
Katholieke Volkspartij het navolgende verklaren.
De Katholieke Volkspartij streeft ernaar de aanwijzing van kandidaten,
welke haar in de vertegenwoordigende lichamen moeten representeren,
op zo democratisch mogelijke wijze te doen geschieden en daarnaast
waarborgen te scheppen dat een verdeling der zetels plaats heeft over
eenkomstig de samenstelling van haar kiezerscorps in verschillende groe
peringen, waarbij eveneens de nodige aandacht wordt besteed aan het
bezetten van zogenaamde kwaliteitszetels.
In verband met de zoëven genoemde waarborgen moet iedere kandi
daat, vóór de plaatsing op een kandidatenlijst der K.V.P.zich bij schrif
telijke verklaring verbinden, dat hij geen zetel in het vertegenwoordi
gende lichaam zal aanvaarden, dan na verkregen instemming van het
aangewezen orgaan der Katholieke Volkspartij. Te Breda is dit orgaan
de Gemeentelijke Centrale der Katholieke Volkspartij.
Door de Gemeentelijke Centrale der Katholieke Volkspartij te Breda
werd ter voorziening in de vacature van Mr. Quaedvlieg een andere
kandidaat aangewezen dan het thans benoemde en beëdigde raadslid.
Verscheidene kandidaten, welke evenals de heer Lauwerijssen volgens
de ranglijst eerder voor een benoeming als raadslid in aanmerking kwa
men dan de door de Gemeentelijke Centrale aangewezen kandidaat,
hebben zich aan hun eenmaal gegeven woord dat zij geen zetel
zouden aanvaarden dan na verkregen instemming der partij ten volle
gehouden.
Ondanks het feit dat ook de heer Lauwerijssen zich gebonden heeft
aan evenbedoelde toezegging en ondanks het feit dat de heer Lauwe
rijssen uitdrukkelijk door verschillende partij-instanties op zijn eenmaal
gegeven woord is gewezen, heeft hij toch zijn benoeming als raadslid
aanvaard, dus zonder dat de Gemeentelijke Centrale der Katholieke
Volkspartij haar instemming heeft betuigd met het aanvaarden van zijn
benoeming als raadslid.
De konsekwentie van de handelwijze van de heer Lauwerijssen is:
dat hij geen deel zal kunnen uitmaken van de fractie der Katholieke
Volkspartij in deze Raad; dat hij geen deel zal kunnen hebben aan be
raadslagingen binnen deze fractie en dat de heer Lauwerijssen nimmer
namens deze fractie in de Raad het woord zal kunnen voeren.
2. Notulen.
De heer KOOLS is het bekend dat de ambtelijke molen langzaam
maalt. Dat men ditmaal driehonderd jaar moest wachten op de notulen
vindt hij wel wat lang. Er staat n.l. boven de notulen gedrukt 11 juli
1656.