192 8 AUGUSTUS 1956 De heer MENDES vraagt zich af of subsidies voor nieuwe kerken bouw dan niet tevens het interieur van de kerk omvatten. De VOORZITTER zegt dat daar juist de moeilijkheid zit. Overigens is dit een zaak waar lang over te debatteren is. Het lijkt hem beter het voorstel in stemming te brengen. De heer BAST1AANSEN deelt mede dat zijn fractie geheel met het preadvies van Burgemeester en Wethouders akkoord gaat. De gronden, waarop dit steunt, zijn z.i. juist. De heer TOXOPEUS wil gaarne zijn stem motiveren; hij gelooft daarbij namens zijn fractie te kunnen spreken. Hij begrijpt de uiteen zetting zeer wel en gaat daarmede akkoord. De akoustische installatie is niet een gevolg van de restauratie. De heer VERMEULEN vraagt of het college zich op de hoogte heeft gesteld van de motieven welke voor het departement hebben gegolden om toch dit subsidie te verstrekken. De VOORZITTER zegt dat er twee gevallen waren. In het ene waren er verwachtingen gewekt, reden waarom het departement tot subsidi ering overging. De heer VERMEULEN meent te weten dat dit een ander geval was dan het nu aan de orde zijnde. Overigens mag de Voorzitter wel van een precedent spreken, doch hij meent dat het mogelijk moet zijn op deze kerk een uitzondering te maken. De VOORZITTER zegt dat men over deze kwestie van mening kan blijven verschillen. Hij heeft niets toe te voegen aan hetgeen hij reeds heeft gezegd. De heer MENDES vraagt of hier niet dezelfde motieven kunnen gelden die tot de beslissing van de minister aanleiding hebben gegeven. Hierna wordt overgegaan tot stemming over het voorstel van de heer Mendes om het subsidie voor de restauratie van de Grote Kerk on verkort toe te kennen, dus met inbegrip van de kosten van de akous tische installatie. Voor het voorstel stemden: de heren Rattink, Mendes, Lossez, Brin kerhof, Vermeulen en Kamphuijs. Tegen het voorstel stemden: Mevr. Slot-Plattel, Mej. Koppelaar, Mej. t' Sas en de heren Verschuren, v. d. Noort, Kramers, Nieuwlaat, Min- derhoud, Kroon, Hulskramer, van Boxtel, Cosijn, Sondermeijer, Wezen beek, van Bijnen, Meijs, Mol, Bastiaansen, Stubenrouch, van Gisbergen, Kools, Bliek, Klompers, Samson, Verhaak, Toxopeüs en Lauwerijssen zodat het voorstel van de heer Mendes is verworpen met 27 tegen 6 stemmen en het voorstel van Burgemeester en Wethouders is aangeno men. 20. Het bouwen van een poortgebouw en een berging in de St. Janstraat. De heer RATTINK memoreert dat de onderhavige aangelegenheid reeds in de raadsvergadering van mei is behandeld onder het hoofd

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1956 | | pagina 192