194 8 AUGUSTUS 1956 De heer TOXOPEUS heeft de situatie eveneens ter plaatse opge nomen. Spreker dacht, dat er links een overdekte poort was, maar blijk baar is er nog een andere toegang naar het jongelingschap. De zaak is in de onderwijscommissie behandeld en in het algemeen ging men er wel mede akkoord, al ligt het niet op de weg der gemeente, verbou wingen te gaan doen aan eigendommen van derden. Er zijn diverse be langhebbenden genoemd: de Anton Meijerstichting, de eigenaren van de kosterswoning, van de conciërgewoning en de eigenaren van pas- torietuin. Het jongelingschap heeft profijt, de school ook. Geven we dit geld? zonder meer of hoe wordt hiervoor een vorm gevonden? Wethouder STUBENROUCH is de heer Mol erkentelijk voor de door hem gegeven toelichting. De heer Rattink meent, dat het college het met hem eens is, dat de onderhavige voorziening niet onder de figuur van art. 72 valt. Tot sprekers spijt zijn Burgemeester en Wethouders het met de heer Rattink hierover echter niet eens. Oorspronkelijk lag het in de bedoeling de sanering van het parochieel centrum, de lagere en de u.l.o.-school en het jongelingschap als één complex te behande len; het belang der school was echter primair. Daarom is de weg van art. 72 der L.O.-wet gevolgd, hetgeen niet op tegenspraak is gestuit, doch van departementswege heeft men aangeraden een andere methode te volgen. Het precaire bouwvolume maakt het verstandiger niet op „onderwijs" te spelen. Daardoor komt de kwestie op een ander niveau. De vraag is n.l. wat is nuttig en noodzakelijk om het gestelde doel te bereiken? Als belanghebbenden zijn te beschouwen het school- en het kerk bestuur. De opmerking van de heer Brinkerhof dat voor 32.000, een villa kan worden gebouwd is wel aan de optimistische kant. Voor het overige vreest spreker, dat de heer Brinkerhof de verkeerde teke ning moet hebben geraadpleegd. Er is n.l. een oude en een nieuwe situatie aangegeven. In de nieuwe opzet komt een volledige verplaat sing van de ingang van het jongelingschap. De opmerking van de heer Mol inzake het architectenhonorarium zal spreker nog onderzoeken. Eventueel kan dus het krediet worden verminderd. Op de vraag van de heer Toxopeüs inzake de nieuwe eigendom na de verbouwing kan spreker niet meteen antwoord geven. Misschien wordt de gemeente mede gerechtigd door de sloop en de verbouwing; spreker zal nog eens nader informeren. De heer RATTINK blijft bestrijden dat de school het meest met de voorgestelde voorziening is gebaat; de school gaat er niets op vooruit. De toelichting van de wethouder is spreker niet duidelijk. De bouw kundig inspecteur keurt de weg van art. 72 L.O.-wet wel goed, maar er is geen bouwvolume. Maar waar komt dan het bouwvolume van daan bij het volgen van een andere methode? De heer TOXOPEUS vraagt zich af of ook hier geen sprake is van een precedent. Het gaat hier om particulier eigendom. De heer BRINKERHOF vraagt zich af waar het bouwvolume van daan komt, als er bij toepassing van art. 72 der L.O.-wet geen bouw volume beschikbaar is. Toch is het misschien wel mogelijk om langs die weg bouwvolume beschikbaar te krijgen. Het geldt hier n.l. geen nieuwbouw, doch een verbouwing. Anders ware te wachten tot dit bouwvolume beschikbaar is. Deze poort is nu al 36 jaar zo; het is dus niet zo erg een of anderhalf jaar te wachten. Bij het nieuwe plan blijft de toegang tot het jongelingschap precies hetzelfde; alleen de ruimte

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1956 | | pagina 194