204 31 AUGUSTUS 1956 De heer VERMEULEN zegt, dat hij na het lezen van de stukken en nog -meer na dit betoog van de burgemeester tot de conclusie is geko men, dat deze zaak niet met voldoende doorzicht is behandeld. Heeft Breda van begin af aan een voldoende scherp standpunt ingenomen. Spreker acht, hetgeen Burgemeester en Wethouders aan Gedeputeerde Staten hebben medegedeeld, nl. dat als Breda belast zou worden, de gemeente naar evenredigheid te veel zou betalen, verkeerd. Reeds toen hadden Burgemeester en Wethouders moeten stellen, dat Breda in het hoogheemraadschap niet thuis hoort. Spreker is het overigens geheel eens met hetgeen de voorzitter heeft gezegd en met het advies van Prof. Polak. Het is hem een raadsel hoe het voorlopig bestuur en Gedeputeerde Staten het mogelijk achten, dat Breda moet bijdragen in de kosten. Hij heeft zich ook afgevraagd, of het wel nodig is, dat deze procedure gevolgd wordt. Zou het niet beter zijn een aanslag af te wachten en niet te betalen. Spreker is er vast van overtuigd, dat het niet mogelijk zal zijn de gemeente tegen haar wil hiermede te belasten. Voorts vraagt spreker zich af hoe het mogelijk is, dat de hoogwaterlijn zo willekeurig wordt vastgesteld. Er is toch duidelijk gesproken over het gebied, dat bij de watersnood overstroomd is geweest. Men gaat echter tot een 4 m lijn. Is deze bevoegdheid ongelimiteerd? Kan het waterschap bij wijze van spreken ook Maastricht belasten? Spreker is verheugd over de voortvarendheid van Burgemeester en Wet houders bij het overleg met de zustergemeenten. Zijn fractie staat vol komen achter het voorstel. De heer TOXOPEUS is dankbaar voor de uiteenzetting van de Voor zitter. Hij had deze trouwens verwacht bij de ontvangst der stukken. Weinig leden van de Raad zullen in staat geweest zijn het advies van Prof. Polak in deze korte tijd geheel door te werken. Gedeputeerde Staten hebben de gemeentebesturen te weinig tijd gelaten om de stukken te bestuderen. Spreker heeft niet zoals de heer Vermeulen de indruk, dat de gemeente niet tijdig in 't geweer is gekomen. Toen het voorstel kwam moest er nl. eerst eens over gepraat worden. Jammer genoeg was hiervoor te weinig tijd. Spreker is blij met het advies van Prof. Polak en is van mening, dat het niet de bedoeling is dit rapport in discussie te brengen. Het is voor hem een raadsel waarom Gedeputeerde Staten belastbaarheid van de gemeenten mogelijk achten. Het verschil tussen beide standpunten ligt vooral op juridisch terrein. Het College van Burgemeester en Wethouders heeft hier nu een deskundig advies, waar van spreker van harte hoopt, dat het indruk zal maken. Spreker acht het niet gewenst, dat de brief aan Provinciale Staten door de Raad wordt geredigeerd. Spreker is met zijn fractie van mening, dat het schrij ven aan alle wensen voldoet en zou het desnoods goed gevonden hebben als het rechtstreeks was verzonden. Hij acht het echter verheugend, dat de Raad, als representatie van de burgerij er in gekend is. Het ligt niet in de lijn van de gemeente om te betalen, tenzij alle, ook Rijk en provincie dit doen. Het schrijven aan Provinciale Staten kan worden verzonden zoals het geredigeerd is. De heer BASTIAANSEN zegt, dat toen hij het stuk kreeg, vreemd opkeek, omdat het hem onmogelijk leek in twee dagen deze zaak te bestuderen. Bij nadere bestudering heeft hij echter begrepen, dat Burge meester en Wethouders in tijdnood zaten, omdat het ontwerp eerst 14 augustus is ingekomen. De door Burgemeester en Wethouders ont wikkelde bezwaren kan spreker onderschrijven. Hierover heeft in de fractie geen beraad plaats gehad, doch hij meent te mogen zeggen, dat zijn fractie er volkomen mede akkoord gaat.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1956 | | pagina 204