12 SEPTEMBER 1956 221 kant, doch Burgemeester en Wethouders kunnen thans nog niet zeggen hoe de verrekening met de N.W. Brabantse zal aflopen. Over de reductie aan het grote gezin willen Burgemeester en Wethou ders zich beraden. Spreker wil echter wel mededelen, dat deze kwestie welwillend zal worden bezien, mits de berekening van het winstsaldo niet in gevaar zal komen. Het verzoek van Mej. Koppelaar tot verlaging van de tarieven is niet voor inwilliging vatbaar. Om tot een juiste uitspraak te geraken, wie van de raadsleden het eerst de tariefsgelijkstelling heeft aangeroerd, daarvoor is het wellicht noodzakelijk een bloed- of waterproef te nemen. Spreker wenst echter te verklaren, dat het bepaaldelijk niet aan onwil van Burgemeester en Wet houders te wijten is geweest dat dit voorstel zolang op zich heeft laten wachten. In verband met omstandigheden, die de raadsleden wel be kend zijn, moesten Burgemeester en Wethouders een gereserveerde hou ding aannemen. De heer RATTINK kan spreker zonder meer geen antwoord op zijn vraag geven. Hij zegt echter gaarne toe, dat Burgemeester en Wethou ders zich hierover zullen beraden. De heer VAN BIJNEN merkt op, dat de N.W.-Brabantse gezinsreduc tie in haar tarieven toepast. Indien de gemeente Breda deze gezinsreduc tie niet doorberekent, dan krijgt niet het grote gezin deze reductie, doch de gemeente Breda. De heer VAN DEN EEDEN zegt, dat voor het meerverbruik de N.W. Brabantse gezinsreductie toepast. De VOORZITTER deelt mede, dat Burgemeester en Wethouders de kwestie van de gezinsreductie zullen bezien. De heer LAUWERIJSSEN is verheugd. Hij acht dit ook voor de agra riërs van groot belang. Mej. KOPPELAAR is eveneens verheugd over de toezegging van de voorzitter om de gezinsreductie nogmaals in overweging te willen nemen. Hierna wordt overeenkomstig het voorstel besloten. 7. Bijdrage Herwonnen Levenskracht. Overeenkomstig het voorstel wordt besloten. 8. Weigering bouwvergunning Ph. van Baak. De heer BRINKERHOF zegt, dat over dit preadvies de bouwcommis sie niet is gehoord. Hij stelt voor dit agendapunt aan te houden tot de volgende vergadering en de bouwcommissie alsnog te horen. De heer BLIEK sluit zich volkomen bij de vorige spreker aan. De heer MINDERHOUD heeft naar de Heistraat gezocht en heeft deze straat niet kunnen vinden binnen de bebouwde kom van de gemeente Breda. Spreker vindt het eigenaardig, dat ook buiten de bebouwde kom van de gemeente een bouwvergunning vereist is. Wethouder JONGBLOED weet niet waarom de Bouwcommissie niet

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1956 | | pagina 221