232 12 SEPTEMBER 1956 2. de grond, welke bij punt 26g van deze agenda is verkocht aan de heer A. J. van Meer te verkopen aan zijn echtgenote A. KT. M. van Meer-Monchen. Overeenkomstig deze voorstellen wordt besloten. Wethouder ROMSOM verkrijgt hierna het woord. Spreker deelt mede, dat de Raad in zijn vergadering van maart 1956 het subsidie voor 1956 aan het woonwagenliefdewerk met 11.660,heeft verhoogd. Hij heeft met het bestuur van het liefdewerk een bespreking gehad. Bij deze be spreking kwam naar voren, dat het bestuur uit deze subsidieverhoging de paardestal van het kamp wilde doen verbouwen tot een recreatie gelegenheid. Het bestuur achtte dit voor dit jaar het meest dringende. Overschrijding van het subsidie zal niet geschieden, omdat zij andere werkzaamheden dit jaar dan zullen laten schieten. Spreker vraagt of de Raad zich hiermede kan verenigen. Overeenkomstig het voorstel wordt besloten. De heer VAN BIJNEN geeft namens alle fracties in de Raad het Col lege van Burgemeester en Wethouders in overweging de 6°/o salaris verhoging voor het gemeentepersoneel niet te doen ingaan op 1 september 1956 maar op 1 juli 1956. Over het jaar 1955 achtte de regering een salarisverhoging van 3°/o gerechtvaardigd. Het is dus alleszins rechtvaardig indien ook over 1956 minstens 3% wordt uitgekeerd, omdat de kosten van levensonderhoud sedert 1955 zeker niet zijn gedaald. Dit kan alleen verwezenlijkt worden, indien de toegekende 6% salarisverhoging met ingang van 1 juli wordt uitgekeerd. Spreker verzoekt Burgemeester en Wethouders in de eerstvolgende raadsvergadering met een voorstel terzake te komen. De VOORZITTER deelt mede, dat het voorstel hetzelfde inhoudt als hetgeen de Raad der gemeente Rotterdam terzake heeft besloten. Het College van Burgemeester en Wethouders kan uiteraard niet onmiddellijk een besluit nemen. De middelen ter dekking van de uitgaven zullen nog moeten worden aangewezen. Het College zal zeer zeker met de gedane suggestie rekening houden. Rondvraag. De heer RATTINK zegt dat het pad over de Gasthuisvelden tussen Fellenoordstraat en Vredenburchsingel, waarvan zeer veel gebruik wordt gemaakt, bij regen zeer slecht is. Spreker vraagt dit pad te verharden met kolengruis of klinkers. Mejuffrouw KOPPELAAR zegt, dat volgens het voorstel van Burge meester en Wethouders onder volgnummer 17 van deze agenda, de in- snectrice van het kleuteronderwijs de noodlokalen aan de Leeuwerik straat hs^ft afgekeurd. De andere helft van de barakken is eveneens on bewoonbaar te beschouwen. Spreekster vraagt voorzieningen aan deze barakken te doen treffen om ongelukken te voorkomen. De heer BRINKERHOF zegt, dat het een goede gewoonte van de reinigingsdienst is. de straatgoten te vegen. De straten in de binnenstad ziin dan ook goed in orde. Alleen in de Valkenierslaan liggen er reeds maanden lang kruiwagens zand in de goten. Spreker is van mening, dat de riolering hierdoor zal verstoppen en vraagt Burgemeester en Wet-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1956 | | pagina 232