17 OKTOBER 1956
243
Agendanr.: Dat. besluit Gedeputeerde Staten:
Dat. besluit B. en W.:
26 juni 1956 3949
27 juli 1956 3558
7 september 1956 3899
7 september 1956 3902
7 september 1956 3901
26 september 1956, G. nr. 52129
29 augustus 1956, G. nr. 54450
26 september 1956, G. n. 57304
26 september 1956, G. nr. 57307
26 september 1956, G. nr. 57308
De Raad besluit de stukken onder punt 2 in handen te stellen van
Burgemeester en Wethouders voor het uitbrengen van preadvies en de
stukken genoemd onder punt 3 voor kennisgeving aan te nemen.
4. Onderzoek geloofsbrieven G. W. Loomans.
De VOORZITTER stelt voor de commissie van onderzoek voor de ge
loofsbrieven van het nieuwbenoemde lid, de heer G. W. Loomans, te
doen vormen uit de leden Rattink, Bliek en Kramers. Hij verzoekt de
commissie na de pauze rapport uit te brengen.
5. Uitbreidingsplannen e.d.
De heer BRINKERHOF merkt op dat er in de bouwcommissie stem
men zijn opgegaan om de te bouwen bruggen in het uitbreidingsplan
Brabantpark D van enige versiering te voorzien. Deze wens is in de
stukken niet tot uitdrukking gekomen.
De VOORZITTER antwoordt, dat dit toch niet behoort bij de vast
stelling van het uitbreidingsplan. Het verzoek is hem echter bekend en
er zal aandacht aan worden geschonken.
De heer MOL vraagt of Burgemeester en Wethouders toestemming
hebben gegeven tot de plaatsing van een foto in de krant van het plan
Boeimeer. Er zijn daarbij aanduidingen gedaan omtrent de gedachte
bestemming van terreinen, waarvan betrokkene i.e. een schoolbestuur,
nog niet op de hoogte was. Spreker meent dat het niet juist is publicaties
te doen over nog niet vastgestelde plannen.
De VOORZITTER zegt dat dergelijke publicaties inderdaad niet juist
zijn als het plan nog niet rijp is. Het onderhavige plan lag echter vóór
de behandeling in de Raad ter openbare visie. Het gemeentebestuur
geeft de pers de nodige medewerking in het belang van een goede
publiciteit. Onjuist is dat er in de pers bepaalde aanwijzingen zijn
geplaatst omtrent bijzondere bebouwing. De pers treft in deze geen
schuld. Burgemeester en Wethouders hehben bereids op het artikel ge
reageerd; zij willen de schuld aan het gebeurde erkennen.
Hierna besluit de Raad overeenkomstig de voorstellen.
6. Weigering bouwvergunning Ph. van Baak.
De heer BRINKERHOF memoreert dat in de bouwcommissie een min
derheid zich tegen het preadvies van Burgemeester en Wethouders heeft
verzet. De heer van Baak heeft in de Emmastraat een schildersatelier,
hetwelk de vorm heeft van een zomerhuisje. Hij wil nu dit gebouwtje
verplaatsen naar eigen terrein in voormalig Princenhage. De dienst van
Openbare Werken maakt bezwaar omdat het gebouw het karakter heeft
van een zomerhuisje, welks plaatsing in het uitbreidingsplan is verboden.
Er mogen ter plaatse alleen werkplaatsen worden gebouwd. Het is een