244 17 OKTOBER 1956 fout geweest van de heer van Baak bij het nieuwe plan een oude teke ning te voegen. De bestemming is n.l. bergplaats. Het onderhavige terrein, voorzien van een bloemenkas en een vijver vergt onderhoud. Het hiervoor nodige gereedschap moet kunnen worden opgeborgen. Voorts is het gebouwtje nodig als schuilgelegenheid. In de bouwcom missie is opgemerkt, dat de heer van Baak mondeling de bouw van een zomerhuisje heeft aangevraagd. In de officiële stukken is echter schrif telijk een bergplaats genoemd. Spreker is ervan overtuigd dat het gebouw wel degelijk deze laatste bestemming krijgt. Daarom is de minderheid in de bouwcommissie tegen het preadvies van Burgemeester en Wet houders. De heer VERMEULEN zegt dat de heer Brinkerhof in de fractie vergadering niet aanwezig was. Het gaat er in hoofdzaak om of de procedure wel juist is. Het officiële verzoek van de heer van Baak is in overeenstemming met de mogelijkheden van het uitbreidingsplan. Burgemeester en Wethouders adviseren tot afwijzing van het beroep omdat verwacht wordt, dat de heer van Baak in afwijking van het plan zal handelen. Spreker vindt het juister dat Burgemeester en Wethouders zullen handelen indien de heer van Baak zich inderdaad niet aan het plan houdt. Het zou fout zijn als de raad in zijn rechtspraak over het hoofd ziet, dat Burgemeester en Wethouders vooruitlopen op hetgeen kan gebeuren. De heer BASTIAANSEN zegt dat in de bouwcommissie inderdaad de grootst mogelijke meerderheid het preadvies van Burgemeester en Wethouders kon aanvaarden. Het was n.l. zo dat bij het verzoekschrift van de heer van Baak teruggegrepen werd op een tekening. En die bevatte wel degelijk iets anders dan een bergplaats. Daartoe is het bouwwerk veel te groot. Overigens is het van belang de bosrand ter plaatse te beschennen. Spreker blijft bij het ingenomen standpunt. De heer BLIEK merkt op dat de tekening een hoogte aangeeft van 2,60 m. Dit is geen bergplaats. Wethouder JONGBLOED acht het geval niet erg belangrijk. Het gaat om een goede rechtsbedeling. De heer van Baak heeft in eerste instantie gezegd, dat hij een gebouw achter zijn huis in gebruik als atelier wilde overplaatsen naar de Heistraat. Het zou eenzelfde bestemming krijgen. Toestemming werd gevraagd als zomerhuisje. Later is de heer van Baak daarop teruggekomen en stelde dat het gebouw zal dienen tot bergplaats. Op de tekening komt een atelier voor ter grootte van 5 x 4 m. De plafondhoogte is 2,65 m. Uiteraard is dit geen bergplaats. Als hierop gunstig wordt beschikt is dit een ontduiking van de bouw verordening. Spreker trekt een vergelijking met een onlangs gepubliceerd voorval met een notaris in Genemuiden, die een boerderij voor 90.000.- wilde verkopen terwijl deze maar 65.000 - mocht opbrengen. Met een pachtvergoeding van 25.000.- wegens verhuur aan zijn kinderen kreeg hij de zaak rond. Het voorliggende geval heeft eigenlijk eenzelfde strek king. Men wil op een achterbakse manier zijn zin krijgen. Burgemeester en Wethouders willen daarom de gevraagde vergunning niet verlenen. De VOORZITTER wil het betoog van de heer Jongbloed nog aan vullen. De heer Vermeulen heeft n.l. een strafrechtelijk optreden ge suggereerd. Er is daarvoor echter maar een zeer dubieuze rechtsgrond. Er zou n.l. wel gebouw worden volgens de bouwvergunning maar de bestemming is anders. Dit is niet strafbaar. Wat Burgemeester en Wet houders dan moeten doen, is niet duidelijk. Het is gevaarlijk vast te hou-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1956 | | pagina 244