246 17 OKTOBER 1956
c. Medewerking op grond van art. 72 L.O.-wet 1920.
De heer VERMEULEN vraagt of het nodig is kachels aan te schaffen
voor verwarming der lokalen van het schoolgebouw aan de Dreef 4.
Verdient een andere verwarmingsmethode niet meer aanbeveling?
Wethouder STUBENROUCH antwoordt dat geval voor geval wordt
bezien. Het hangt ervan af of in andere lokalen nog bruikbare kachels
aanwezig zijn. In overleg met de inspectie wordt nagegaan wat het beste
is. Spreker zal een en ander nog eens nagaan en de heer Vermeulen
inlichten.
Hierna besluit de Raad overeenkomstig de preadviezen.
11. Voorschot op de gemeentelijke vergoeding ex. art. 101 bis, lid 4
der L.O.-wet 1920.
Dienovereenkomstig wordt besloten.
12. Overdracht van grond ingevolge artikel 80, 4e lid, der L.O.-wet
1920.
De heer VERMEULEN vraagt of de grondoverdracht nog consequen
ties heeft ten aanzien van de eigendom van de school.
De VOORZITTER antwoordt dat in het algemeen geldt dat de op
stallen geen eigendom zijn als de grond dit niet is.
De heer VERMEULEN denkt ook nog aan consequenties ten aanzien
van registratierechten.
De heer TOXOPEUS zegt dat er geen consequenties zijn zonder meer.
De eigenaar kan aanbieden te kopen of af te breken. Voor de registratie
rechten heeft dit geval geen betekenis.
De VOORZITTER zegt toe een en ander te zullen bezien.
Hierna wordt overeenkomstig dit voorstel besloten.
13. Herbenoeming en benoeming van enige leraren aan de G.T.S. en
Gem. School voor Scheepswerktuigkundigen.
14. Subsidie ten behoeve van de filmkaderschool.
15 a. Wijziging subsidieregeling ten aanzien van de gewestelijke soci
ale school van de K.A.B.
b. Subsidie aan de Christelijke Besturenbond.
De Raad besluit overeenkomstig deze voorstellen en dit pre
advies.
16. Toetreding als ondersteuner van de stichting Eindhovens Hoge
schoolfonds.
De heer VERMEULEN heeft tegen het preadvies geen bezwaar. Hij
vraagt in hoeverre Breda in het bestuur van het fonds of in het cura
torium van de school is vertegenwoordigd.
